Categorie: Faillissementsrecht

  • De WHOA: wat doet dit ogenschijnlijke wondermiddel nu precies?

    De WHOA: wat doet dit ogenschijnlijke wondermiddel nu precies?

    De WHOA: wat doet dit ogenschijnlijke wondermiddel nu precies?

    10 juni 2024, door Derk van Geel

     

    De WHOA is niet te missen. De media rapporteren over een groot aantal bedrijven dat zich reorganiseert met behulp van dit instrument. Dat varieert van retail tot voetbalclubs en van een restaurantketen tot een hotel. Maar wat doet dit ogenschijnlijke wondermiddel nu precies?

    WHOA staat voor ‘wet homologatie onderhands akkoord’. Een mond vol, maar het komt erop neer dat deze wet bedrijven in staat stelt om hun schuldenlast te reduceren door middel van een schuldenakkoord. Bij een schuldenakkoord doet het bedrijf in moeilijkheden de schuldeisers, aan wie een schuld bestaat die (te) zwaar drukt op het bedrijf, een voorstel tot afkoop van de schuld.

    Waarom was de WHOA nodig?

    Tot voor kort was het zo dat je alleen tot zo’n schuldenakkoord kon komen als alle schuldeisers daaraan meewerken. Als alleen de meerderheid meewerkt, kon de minderheid (of zelfs één crediteur) het akkoord tegenhouden en zo de reorganisatie frustreren, met als gevolg dat het bedrijf failliet ging en ook schuldeisers vaak minder overhielden. Het alternatief was dat een akkoord tot stand kwam via een speciale procedure van surseance van betaling. Langs die weg kon de rechter een minderheid dwingen om mee te doen aan het akkoord, zodat er geen ‘vetorechten’ bij schuldeisers bestonden. Het probleem daarbij was dat surseance van betaling in de praktijk vrijwel altijd een voorportaal is voor faillissement, terwijl het idee nu juist is om het bedrijf te redden.

    Er moest dus een regeling komen, die enerzijds buiten surseance van betaling of faillissement werkt en waarbij anderzijds tegenstemmende schuldeisers wél gedwongen kunnen worden om deel te nemen aan het akkoord. En dat is precies wat de WHOA is geworden.

    WHOA van kop tot staart

    Een WHOA-akkoord komt tot stand nadat een in de wet beschreven proces is gevolgd. Om het proces goed te doorlopen is bijstand van een advocaat en een financieel adviseur nodig. Vaak begint een WHOA-proces met het deponeren van een ‘startverklaring’. Daarmee laat het bedrijf aan de rechtbank zien dat het officieel begint met een WHOA-proces. Vanaf dat moment wordt het uiteindelijke akkoord voorbereid. Er moet eerst worden bepaald wie op dat moment de schuldeisers zijn en wat zij te vorderen hebben. Ook moet worden bekeken wat hun wettelijke rang is. Aan de hand daarvan worden crediteuren ingedeeld in groepen (genaamd ‘klassen’). Als de crediteuren zijn gegroepeerd, moet worden bekeken wat hun perspectief is als het bedrijf failliet gaat. Ofwel: wat zouden de klassen in dat geval van de curator uitgekeerd krijgen? Via het akkoord mag geen voorstel worden gedaan dat lager is dan deze ondergrens. Verder moet worden bekeken wat de méérwaarde is die wordt gecreëerd als het bedrijf door het WHOA-akkoord wordt gered. Het idee is dat die meerwaarde via het voorstel dat wordt gedaan naar de schuldeisers vloeit, zodat zij meeprofiteren van de redding van het bedrijf.

    Als dit is vastgesteld, kan ook worden bepaald welk voorstel aan de verschillende klassen wordt gedaan. Dat voorstel wordt dan in stemming gebracht bij de crediteuren. Nadat de klassen zich via de stemprocedure hebben uitgelaten over het akkoord, kan worden bekeken hoeveel draagvlak er is voor het akkoord. Als er voldoende draagvlak is, kan het bedrijf naar de rechtbank stappen en vragen om het akkoord ook verbindend te verklaren voor die crediteuren of klassen die hebben tegengestemd. Dat heet ‘homologatie’. Als de rechtbank dat doet, is het akkoord geslaagd en kan het worden uitgevoerd. Het hele proces duurt meestal zo’n drie tot zes maanden.

    Voor wie is de WHOA?

    De WHOA is toegankelijk voor bedrijven die enerzijds te kampen hebben met een ondraaglijke schuldenlast, maar aan de andere kant wel levensvatbaar zijn. Dat laatste betekent dat het bedrijf in staat moet zijn om de lopende kosten te betalen en dat aannemelijk is dat het bedrijf ook op langere termijn bestaansrecht heeft. In de praktijk vergt dit doorgaans ofwel het bestaan van een positieve cashflow ofwel de steun van een aandeelhouder (of financier).

    WHOA en Belastingdienst

    De WHOA wordt momenteel heel veel toegepast omdat er veel bedrijven zijn met coronaschulden. Het is namelijk ook mogelijk om die coronaschulden te betrekken bij het WHOA-akkoord. Zowel Belastingdienst als UWV hebben daarvoor een regeling.

    Wettelijke hulpmiddelen

    Wat de WHOA verder zo effectief maakt, is dat de wet verschillende hulpmiddelen kent om het proces te bevorderen. Een van de belangrijkste is een ‘afkoelingsperiode’. Tijdens een afkoelingsperiode mogen schuldeisers geen maatregelen nemen die het bedrijf kunnen schaden, zoals beslagleggen, pandrecht uitwinnen of levering stoppen. Zelfs banken mogen het krediet dan niet opzeggen. Op die manier kan vanuit relatieve rust het akkoord worden voorbereid.

    Kortom

    WHOA is niet voor niets een populair instrument om bedrijven te bevrijden van te hoge schulden. Let wel, een gedegen voorbereiding en een goed gestructureerd proces zijn essentieel voor succes.

    Heeft u behoefte aan meer informatie of advies over de WHOA? Neem vrijblijvend contact op met Derk van Geel, partner insolventierecht & herstructuring via derk.vangeel@actlegal-fort.com.

  • Tijdelijke kwijtscheldingsregeling Belastingdienst loopt 1 april af

    Tijdelijke kwijtscheldingsregeling Belastingdienst loopt 1 april af

    Tijdelijke kwijtscheldingsregeling Belastingdienst loopt 1 april af

    14 februari 2024, door Derk van Geel

     

    Op 6 februari verscheen een rapport van de Algemene Rekenkamer met een overzicht van de wegens corona uitgestelde belastingschulden. Van de oorspronkelijke € 40 miljard 2 aan coronaschulden is inmiddels € 26 miljard afgelost. Er staat dus nog € 14 miljard (status 1-1-2024) open, bij maar liefst 210.000 ondernemers. Het rapport vermeldde ook dat de Belastingdienst te weinig capaciteit heeft om deze schulden te incasseren. En met name die uitkomst haalde de media. Dit laatste schetst echter een verkeerd beeld bij ondernemers. De Belastingdienst gaat deze schulden zeker innen, maar het duurt alleen wat langer. Ondernemers kunnen daardoor het idee krijgen dat ze méér tijd hebben, maar dat is een foute gedachte.

    Nu in actie komen

    De tijdelijke soepele kwijtscheldingsregeling bij de Belastingdienst raakt namelijk op zijn einde. De huidige regeling loopt nog tot 1 april 2024 en vooralsnog wordt deze niet verlengd. Dit betekent dat bedrijven met (corona)schulden nu nog onder zeer gunstige voorwaarden tot kwijtschelding kunnen komen, maar dan moet wel vóór 1 april 2024 een verzoek worden ingediend. Daarna is het niet alleen een stuk lastiger om kwijtschelding te krijgen, maar ook een stuk duurder.

    Na 1 april: lastiger en duurder

    Na 1 april 2024 zal je ofwel via de WHOA moeten saneren of via het reguliere beleid. Dit laatste is vrijwel onmogelijk, blijkt in de praktijk. De WHOA is effectief, maar een stuk kostbaarder. Daarnaast is het beleid nu dat de Belastingdienst bij kwijtschelding afziet van de normale eis dat ze het ten opzichte van andere schuldeisers dubbele percentage wil krijgen. Met andere woorden: ‘U krijgt 50% korting maar deze actie loopt nog tot 1 april’.

    Als bedrijven er nu van uit gaan dat het wel los loopt omdat de Belastingdienst nu niet gaat innen, dan gaat het mis. Er bestaat dus nog korte tijd de mogelijkheid om te proberen schulden te verlichten. Vooral voor bedrijven die op zichzelf levensvatbaar zijn, maar nog coronaschulden hebben, is dit echt een unieke kans.

    Niet de kop in het zand steken

    In de praktijk zien we dat veel ondernemers hopen dat het nog goed komt, zeker nu de indruk bestaat dat de fiscus niet incasseert. Het huidige beleid is nog soepel en de ervaring leert dat het goed mogelijk is om te saneren. Dit lukt alleen als de aanvraag precies voldoet aan de regelingen. Dat vergt in de meeste gevallen een samenwerking tussen de accountant of financieel specialist en een advocaat. De Belastingdienst kijkt immers naar de financiële en juridische kanten.

    Heeft u behoefte aan meer informatie of advies bij het indienen van het een verzoek tot kwijtschelding? Neem vrijblijvend contact op met Derk van Geel, partner insolventierecht & herstructuring via derk.vangeel@actlegal-fort.com.

  • Over bokkensprongen en struisvogels

    Over bokkensprongen en struisvogels

    Over bokkensprongen en struisvogels

    7 juni 2023, door Derk van Geel

     

    Dat de coronacrisis bedrijven hard heeft geraakt is niet onbekend. Hoewel het herstel gaande is, zijn er nog heel veel ondernemers die te kampen hebben met de ‘coronaschulden’. Het gaat dan vooral om belastingschulden die twee jaar lang zijn opgeschort (loonheffing en btw) maar in veel gevallen ook om te veel ontvangen NOW.

    Coronaschulden in overvloed

    In een Kamerbrief van 9 maart 2023 riep het kabinet ondernemers op om in actie te komen en iets te doen aan deze schuldenlast. Blijkbaar hadden op dat moment zo’n 73.000 ondernemers nog niets afgelost Dat kan kloppen, want de aflossingsplicht ging pas in vanaf 1 oktober 2022 maar de Belastingdienst faciliteerde ook een betaalpauze van maximaal zes maanden. Bij elkaar opgeteld betekent dit dat ondernemers pas vanaf 1 april 2023 hoefden te gaan aflossen. Het kabinet zag echter al dat er nog veel moest gebeuren om ondernemers in beweging te krijgen.

    Bokkensprongen

    Hoe gaan ondernemers nu om met deze schulden? Het Financieel Dagblad kopte op 7 mei 2023: “Ondernemers maken bokkensprongen om coronaschulden te betalen”. Het artikel laat zien wat voor escapades ondernemers uithalen om het hoofd boven water te houden. Dat gaat bijvoorbeeld om het later betalen van leveranciers of huur, maar ook om het aangaan van nieuwe schulden om andere schulden te betalen. Op zich heel begrijpelijke maatregelen, voor de korte termijn. Echter, op de lange termijn lost het niks op. Het is uitstelgedrag gebaseerd op de hoop op een betere toekomst. Het geeft misschien nu wat lucht, maar verstandig is het niet. Het bestuur steekt de kop in het zand en doet alsof het wel overwaait, zoals een struisvogel. Dat is gevaarlijk. Maar wat dan wel?

    Betalingsregeling of sanering

    De overheidscrediteuren Belastingdienst en UWV hebben beleid ontwikkeld over hoe met de coronaschulden om te gaan. Dat beleid geldt inmiddels enige tijd en er is daardoor al brede ervaring opgedaan met het functioneren daarvan. Duidelijk is dat het huidige beleid ondernemers wél een structurele oplossing biedt.

    Feitelijk is er de keus uit twee routes: een betalingsregeling of saneren. Bij een betalingsregeling kan het te betalen bedrag in vijf jaar (of onder voorwaarden zeven jaar) worden terugbetaald. Deze regeling is met name bedoeld voor bedrijven die de cash flow hebben om dit te kunnen doen. Deze extra uitgaven drukken op de bedrijfsvoering en dat moet wel kunnen. Het moet dus goed berekend worden of dit haalbaar is. Zo ja, dan is dit de aangewezen route.

    Saneringsvoorstel

    Lukt dat niet, dan is er de optie van sanering. Dat betekent in feite dat het bedrijf vraagt om gedeeltelijke kwijtschelding. In alle gevallen is het zo dat duidelijk moet zijn dat het bedrijf wel levensvatbaar is als de sanering slaagt. De lopende kosten moeten kunnen worden betaald. Dat moet door een externe persoon worden vastgesteld, zoals een deskundige of een accountant.

    Als ondernemer kan je ervoor kiezen een informeel saneringsvoorstel te doen of een wettelijk saneringsvoorstel, op grond van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). Bij een informeel voorstel komt er geen rechter aan te pas en wordt crediteuren een voorstel gedaan waarbij (meestal) een bedrag wordt geboden tegen kwijting van het overige. Het beleid van de Belastingdienst is momenteel nog tamelijk soepel. Zo geldt het adagium ‘bij twijfel toekennen’ en geldt tot 1 oktober 2023 dat de Belastingdienst genoegen neemt met hetzelfde uitkeringspercentage als gewone schuldeisers (normaal is dit het dubbele). Ook zijn er andere voordelen. Dit traject kan daardoor redelijk kostenefficiënt worden doorlopen. Dit traject is met name geschikt als er een beperkt aantal schuldeisers is en dat de verwachting is dat iedereen zal meewerken. Het aangeboden bedrag mag dan maximaal in twaalf maanden worden betaald. Het traject kan zelfstandig worden ingegaan maar het is verstandig om een gespecialiseerde advocaat of deskundige te benaderen, die de procedure goed kent. Dat verhoogt de slagingskans enorm.

     Wettelijk traject (WHOA)

    Het wettelijke traject is wat omvangrijker en kostbaarder maar ook erg effectief. Ook in dit geval wordt aan crediteuren een voorstel gedaan, maar dat voorstel moet voldoen aan een wettelijk kader. Zo gelden er bijvoorbeeld informatieverplichtingen, soms minimumpercentages en is ook de procedure waarin het aanbod daadwerkelijk in stemming wordt gebracht, strikt voorgeschreven. Zo’n traject kan niet zonder advocaat plaatsvinden. De WHOA maakt het mogelijk dat een weigerachtige schuldeiser (dat kan zelfs ook de Belastingdienst zijn) toch moet instemmen en het bedrijf gered kan worden. Er zijn inmiddels genoeg voorbeelden van succesvolle trajecten. Over de WHOA is online veel te vinden. Er wordt zelfs actief reclame voor gemaakt. In de praktijk gaat het er vooral om dat een gedegen voorbereiding wordt getroffen.

    Over minimumpercentages of bedragen valt in algemene zin niks te zeggen. Dat hangt echt af van de situatie. Wel zal iedere deskundige vrij snel een globale benadering kunnen maken, zodat je snel weet of zo’n traject voor jou geschikt zal zijn.

     Bokkensprongen, struisvogels en de koe bij de horens

    De Belastingdienst heeft aangekondigd vanaf (ongeveer) nu tot invordering over te gaan. Dat kan gepaard gaan met dwangbevelen, beslaglegging en faillissement. Als het bedrijf levensvatbaar is moet dat worden voorkomen. Dat gaat niet met bokkensprongen maar alleen als men de koe bij de horens vat.

    Mocht het bedrijf nu toch niet levensvatbaar zijn, dan gaat het waarschijnlijk richting faillissement. Dat kan een hele moeilijke conclusie zijn. Toch is het verstandig om dan dit besluit te nemen. Er kan aansprakelijkheid om de hoek komen kijken en de uitkomst kan dan niet alleen verlies van het bedrijf zijn. Kortom, bokkensprongen maken het probleem alleen maar groter en struisvogels vinden geen oplossing. Kom in actie en vat de koe bij de horens!

  • De belangrijkste wetswijzigingen die vanaf 1 januari 2023 van kracht worden

    De belangrijkste wetswijzigingen die vanaf 1 januari 2023 van kracht worden

    Wetswijziging Wet op de ondernemingsraden

    28 december 2022, door Florentijn Verhagen 

    Per 1 januari 2023 is de implementatiewet richtlijn herstructurering en insolventie in werking getreden. Als gevolg daarvan zijn er verschillende wetswijzigingen doorgevoerd, waaronder in de Faillissementswet en de Wet op de ondernemingsraden.

    Een belangrijke wijziging voor u als ondernemer of als accountant is dat aan artikel 31a van de Wet op de ondernemingsraden een lid wordt toegevoegd dat luidt: “Als een accountantsverklaring een negatieve verklaring omvat als bedoeld in artikel 393 lid 5, onderdeel h, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, wordt deze accountantsverklaring onverwijld door de accountant aan de ondernemingsraad gezonden.

    Met een ‘negatieve verklaring’ wordt bedoeld een verklaring betreffende materiële onzekerheden die verband houden met gebeurtenissen of omstandigheden die gerede twijfel kunnen doen rijzen of de rechtspersoon zijn werkzaamheden voort kan zetten. Simpel gezegd: een verklaring die inhoudt dat de continuïteit van het bedrijf onzeker is. In dat geval moet de accountant vanaf dit nieuwe jaar direct de negatieve verklaring naar de ondernemingsraad toezenden. Doet de accountant dat niet, dan kan de jaarrekening niet worden vastgesteld (met alle gevolgen van dien).

    De gedachte achter deze wetswijziging is dat de ondernemingsraad tijdig wordt betrokken bij de financiële positie van de onderneming.

    Andere belangrijke wetswijzigingen

    Tot slot wijzen we u op een aantal andere voor u belangrijke wetswijzigingen die vanaf 1 januari 2023 van kracht worden:

    Heeft u behoefte aan meer informatie over dit onderwerp?  Of sparren over de impact van deze wet? Wij helpen u daar graag bij! Als u interesse heeft, stuur dan een e-mail naar florentijn.verhagen@actlegal-fort.com, advocaat insolventierecht & herstructurering.

  • Tijdelijke versoepelingregels voor sanering belastingschulden

    Tijdelijke versoepelingregels voor sanering belastingschulden

    Tijdelijke versoepeling regels voor sanering belastingschulden

    21 juli 2022, door Derk van Geel

    Het MKB heeft in de coronaperiode massaal belastingschulden opgebouwd. Er is gretig gebruik gemaakt van de uitstelregeling van de Belastingdienst. Feitelijk komt het erop neer dat het MKB twee jaar lang nauwelijks belasting heeft betaald. Dat was logisch want de middelen waren nodig om het hoofd boven water te houden. Het MKB heeft daardoor in totaal ongeveer 20 miljard euro aan belastingschulden. Dat is vooral loonheffing en deels btw. De vraag is nu: hoe loopt dit af?

    Terugbetalingsregeling

    De Belastingdienst gaat het bedrag niet geheel afboeken. Dat heeft de minister al laten weten. De Belastingdienst heeft een terugbetalingsregeling van vijf jaar, die start vanaf oktober 2022. Dat is een ruimhartige regeling maar die zal niet voor iedereen ruim genoeg zijn. Al snel gaat het om duizenden euro’s extra aflossen per maand en dat moet allemaal uit de kasstroom komen. Bijvoorbeeld, omdat er ook NOW terugbetaald moet worden, of omdat er andere achterstanden zijn opgebouwd.

    Welke oplossingen zijn er als dit niet betaald kan worden? Dat zijn er in de kern twee:

    1. De ondernemer kan een ‘kwijtscheldingsverzoek’ doen aan de Belastingdienst, of
    2. De ondernemer kan een WHOA-akkoord teweegbrengen.

    Dat werkt alsvolgt:

    Kwijtscheldingsverzoek

    Via een speciaal formulier van de Belastingdienst kan de ondernemer een verzoek tot kwijtschelding doen. In feite doet de ondernemer dan een voorstel tot afkoop van de totale schuld tegen betaling van een deel. Daarvoor gelden belangrijke regels en beperkingen die staan opgenomen in (voornamelijk) de Leidraad Invordering 2008. De Belastingdienst kijkt dan bijvoorbeeld naar de levensvatbaarheid van het bedrijf. Alleen levensvatbare ondernemingen kunnen een kwijtschelding krijgen. Ook kijkt de Belastingdienst of inmiddels lopende verplichtingen worden bijgehouden en wat de dienst zou ontvangen bij faillissement. Het saneringsvoorstel moet altijd een beter perspectief bieden dan dat. Belangrijk is ook dat de Belastingdienst wil dat in principe aan alle crediteuren een voorstel wordt gedaan en niet alleen aan de Belastingdienst. De Belastingdienst wil dan normaal gesproken ook het dubbele percentage ontvangen ten opzichte van andere crediteuren (dus 20% als andere schuldeisers 10% krijgen). Er zijn meer regels, die goed moeten worden bekeken.

    Tijdelijke maatregelen

    De Belastingdienst heeft enkele tijdelijke maatregelen ingesteld om sanering te vergemakkelijken. Als tijdelijke maatregel heeft de dienst aangekondigd dat zij vanaf 1 augustus 2022 bij een saneringsvoorstel met hetzelfde percentage akkoord gaat als overige crediteuren in plaats van met het dubbele percentage. Oftewel, 50% korting. Maar dat is niet alles. Ook heeft de Belastingdienst laten weten het verzoek voor nu zeer welwillend te bekijken en zelfs de stelregel te hanteren: ‘bij twijfel toekennen’. Dat is een zeer toeschietelijke benadering die uitnodigt om hier gebruik van te maken. Alles om het MKB te helpen. En dat is goed.

    WHOA-akkoord

    Het kan lastig zijn om aan alle voorwaarden te voldoen of om alle overige crediteuren die de ondernemer ook moet betrekken bij een sanering, over de streep te trekken. Voor die situatie is een akkoord uit de Wet Homologatie Onderhands akkoord (WHOA) een goede optie. Volgens deze tamelijk nieuwe regeling, kan een saneringsvoorstel worden aangeboden aan verschillende crediteuren. Denk aan de Belastingdienst maar ook UWV, gemeentelijke belastingen, huurschulden, etc. De regeling maakt het mogelijk om het akkoord op te leggen aan crediteuren die het voorstel afwijzen (dwangakkoord). De rechtbank moet daar dan een uitspraak over doen. In de praktijk blijkt deze route zeer effectief. De procedure is bovendien snel (afronding binnen een paar maanden).  De wet stelt wel allerlei procedure-eisen, die moeten worden gevolgd.

    Bedrijf in WHOA?

    Of het WHOA-traject voor u een oplossing biedt, vergt een goede beoordeling. Er zijn verschillende initiatieven in omloop die de procedure proberen te standaardiseren en er zijn inmiddels veel aanbieders via internet, maar pas op, het is maatwerk. Rechtbanken zijn streng en het is geen ‘schuldenwasmachine’. Om een indruk te krijgen of uw bedrijf geschikt zou zijn voor zo’n proces, kijk dan naar de volgende vragen:

    • Kunt u lopende kosten nog een tijdje betalen?
    • Gaat het bedrijf waarschijnlijk failliet als er binnen afzienbare tijd geen schuldverlichting plaatsvindt?
    • Is uw bedrijf levensvatbaar?
    • Hebt u goed zicht op wie de schuldeisers zijn of zij zekerheden hebben?
    • Is er een bedrag beschikbaar om crediteuren een bedrag te bieden dat hoger is dan zij bij faillissement zouden krijgen?

    Is het antwoord op deze vragen ‘ja’ dan zou het voor u kunnen lonen om naar dit traject te kijken. Aan de hand van beperkte informatie kan een specialist vaak snel zien of het voor u een optie zou kunnen zijn. Het traject zelf is ingewikkelder, dat vraagt om goed advies. Let wel, bij de Belastingdienst ligt er nu een unieke kans. Wacht in elk geval niet te lang. Straks is de ‘uitverkoop’ weer voorbij.

    Heeft u vragen over de WHOA? Onze specialisten van het team insolventierecht & herstructuring vertellen u er graag meer over.

  • Whitepaper ‘Wet Homologatie Onderhands Akkoord (‘WHOA’)’

    Whitepaper ‘Wet Homologatie Onderhands Akkoord (‘WHOA’)’

    Whitepaper ‘Wet Homologatie Onderhands Akkoord (‘WHOA’)’

    11 juli 2022, door Florentijn Verhagen en Lauran van Hoof

     

    Op 1 januari 2021 is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (‘WHOA’) in werking getreden. Deze wet biedt bedrijven in zwaar weer de mogelijkheid om, buiten faillissement of surseance van betaling, middels een dwangakkoord de schulden te saneren en op die manier een faillissement te voorkomen. Het traject kent korte doorlooptijden en kan in een paar maanden zijn afgerond. In deze whitepaper lichten onze specialisten toe hoe de WHOA op hoofdlijnen werkt en wat deze wet voor uw bedrijf kan betekenen.

    U kunt de whitepaper opvragen via onderstaand formulier.

     

    Vul hieronder uw mailadres in en u ontvangt de direct de link waarmee u de whitepaper kunt downloaden in uw mailbox. Heeft u vragen over de WHOA? Neemt u dan contact op met een van onze specialisten herstructurering & insolventie.

    [gravityform id=”8″ title=”false” description=”false” ajax=”false”]
  • Wijzigen of beëindigen van overeenkomsten middels de WHOA

    Wijzigen of beëindigen van overeenkomsten middels de WHOA

    Het wijzigen of beëindigen van overeenkomsten middels de WHOA

    7 juni 2022, door Florentijn Verhagen

     

    Op 1 januari 2021 is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (de “WHOA”) in werking getreden. Deze wet biedt ondernemingen die gebukt gaan onder een te zware schuldenlast de mogelijkheid om hun schulden te saneren. Soms is het saneren van schulden echter niet voldoende om een onderneming weer financieel gezond te maken, bijvoorbeeld omdat de onderneming ook nog te kampen heeft met (te) zware lopende verplichtingen uit overeenkomsten. Denk daarbij aan een huurovereenkomst of een leaseovereenkomst die als een molensteen om de nek van de onderneming hangt. Ook daar biedt de WHOA een oplossing voor! De WHOA biedt namelijk ook de mogelijkheid om, naast het saneren van schulden, lopende overeenkomsten te wijzigen of te beëindigen. Hoe dat werkt, licht ik toe in deze blog.

    Hoe werkt het?

    De eerste stap is dat de onderneming een voorstel doet aan de wederpartij tot wijziging of beëindiging van de desbetreffende overeenkomst. Het staat de wederpartij vrij om daar al dan niet mee in te stemmen. Als de wederpartij daar niet mee instemt, biedt de WHOA de onderneming de mogelijkheid om de overeenkomst eenzijdig op te zeggen. De overeenkomst wordt dan geheel beëindigd, eenzijdige wijziging of gedeeltelijke beëindiging is niet mogelijk.

    De onderneming kan een overeenkomst eenzijdig opzeggen, indien voldaan is aan twee voorwaarden:

    • dat de rechter toestemming verleent voor de tussentijdse opzegging; en
    • dat de rechter het akkoord verbindend verklaart.

    Uit de wet blijkt dat de rechter het verzoek tot beëindiging van de overeenkomst slechts zal afwijzen, indien geen sprake is van dreigende insolventie. De wederpartij hoeft dus niet in te stemmen met de opzegging. De wederpartij kan de rechter enkel verzoeken om de toestemming te weigeren, omdat er geen sprake is van dreigende insolventie.

    Verleent de rechter toestemming voor de opzegging en homologeert hij het akkoord, dan vindt de eenzijdige opzegging van rechtswege plaats op de dag waarop het vonnis tot homologatie van het akkoord is gewezen en tegen de termijn die de schuldenaar heeft voorgesteld, tenzij de rechter deze termijn onredelijk acht. In dat laatste geval zal de rechter de opzeggingstermijn vaststellen. Die termijn is in ieder geval niet langer dan drie maanden.

    *uitzondering: werknemers zijn uitgezonderd van de WHOA. Arbeidsovereenkomsten kunnen dus niet worden gewijzigd of beëindigd middels de WHOA.

    Schadevergoeding

    De kans bestaat dat de wederpartij schade lijdt als gevolg van de opzegging van de overeenkomst. Deze schadevergoedingsvordering kan de onderneming direct meenemen in het akkoord. Het voordeel daarbij is dat de schuld kan worden gesaneerd. Het nadeel is dat de wederpartij het recht krijgt om over het akkoord te stemmen. Dit geeft de wederpartij de mogelijkheid om tegen het akkoord te stemmen.

    Voorbeeld uit de rechtspraak

    Een voorbeeld uit de praktijk waarin een duurovereenkomst middels de WHOA met succes is beëindigd, is de uitspraak van de rechtbank Limburg van 8 oktober 2021 (ECLI:NL:RBLIM:2021:8851). In deze uitspraak besloot de onderneming haar activiteiten te beëindigen. Om die reden wilde de onderneming de nog lopende huurovereenkomst beëindigen. De verhuurder stemde daar echter niet mee in, waarna de onderneming de rechter verzocht om toestemming te verlenen om de huurovereenkomst eenzijdig op te zeggen. De schadevergoedingsvordering die voortvloeide uit de vroegtijdige beëindiging van de huurovereenkomst, heeft de onderneming meegenomen onder het akkoord. Concreet betekende dit dat de verhuurder 3% van zijn schadevergoedingsvordering ontving, net zoals de andere concurrente crediteuren. De rechter heeft het akkoord gehomologeerd en de onderneming toestemming gegeven voor het opzeggen van de huurovereenkomst.

    Advies

    Wilt u meer weten over de mogelijkheden die de WHOA biedt of heeft u vragen naar aanleiding van het lezen van bovenstaand artikel? Neemt contact op met een van onze specialisten van de sectie Insolventierecht & Herstructurering.

  • Casus: de WHOA van ADO Den Haag

    Casus: de WHOA van ADO Den Haag

    Casus: de WHOA van ADO Den Haag

    16 mei 2022, door Derk van Geel

    ADO Den Haag in de problemen

    Voetbalclub ADO Den Haag verkeerde begin 2021 in financieel zwaar weer. De directe aanleiding daarvoor was, dat haar Chinese aandeelhouder een financiering van EUR 2 miljoen niet beschikbaar stelde, terwijl die dat wel had moeten doen. ADO had daardoor een acuut liquiditeitstekort van ongeveer dit bedrag. Daarnaast was duidelijk dat ADO ook een ondraaglijke schuldenlast had. ADO had een reguliere schuldenlast van bijna EUR 18 miljoen verdeeld over circa 150 schuldeisers. ADO was daarnaast verlieslatend. Zo waren er dus drie problemen: (i) een liquiditeitstekort, een (ii) schuldenberg en (iii) verlieslatende onderneming.

    De WHOA

    ADO besloot door middel van een WHOA-procedure deze problemen aan te pakken. De WHOA staat voor Wet Homologatie Onderhands Akkoord. Deze wet biedt de mogelijkheid om via een schuldenakkoord tot een sanering te komen die nodig is om faillissement af te wenden. Het instrument is beschikbaar voor ondernemingen die in de kern levensvatbaar zijn. Het idee is, dat met het saneren van de onderneming een meerwaarde wordt gerealiseerd vanwege het behoud van continuïteit. Deze meerwaarde (althans een deel daarvan) kan dan beschikbaar komen aan de crediteuren, die anders genoegen moeten nemen met hun liquidatieperspectief. Crediteuren krijgen dan een voorstel, dat hen een beter perspectief moet bieden dat in faillissement. Nadat zij gestemd hebben over dit voorstel, kan de onderneming naar de rechtbank gaan, en verzoeken het akkoord voor alle crediteuren verbindende te verklaren (homologeren). De rechtbank beoordeelt of aan de wettelijke vereisten is voldaan. WHOA is dus een saneringsinstrument, bedoeld om een levensvatbaar bedrijf te redden van faillissement, in het belang van zowel de onderneming als van de crediteuren.

    Afkoelingsperiode(n)

    ADO voorzag dat crediteuren zich actief zouden gaan verhalen op haar activa. In dat geval zou de voorbereiding van het akkoord in gevaar komen. Om dat risico te voorkomen, verzocht (en kreeg) ADO van de rechtbank een zogenoemde afkoelingsperiode. Tijdens die afkoelingsperiode worden de rechten van crediteuren om zich te verhalen op goederen van ADO, opgeschort. Dat kan bijvoorbeeld gaan om beslagleggen, goederen terughalen of pandrechten uitwinnen. Op 25 mei 2021 kreeg ADO een afkoelingsperiode tot 1 augustus 2021. Deze periode is later enkele keren verlengd. Een afkoelingsperiode wordt enkel toegekend als de lopende verplichtingen in de tussentijd kunnen worden nagekomen. Omdat ADO een negatieve exploitatie had en een acuut liquiditeitsgat in de beoogde afkoelingsperiode, was de vraag of daarvoor financiering beschikbaar was. Die financiering was er, en was afkomstig uit de transferopbrengsten van een van de spelers. Uit die opbrengst kon ADO de lopende kosten tijdens de afkoelingsperiode betalen. Het eerste probleem werd daarmee tijdelijk opgelost.

    ADO koos er ook voor de rechtbank te vragen een herstructureringsdeskundige te benoemen. Dat is niet verplicht, maar kan een voordeel bieden. Een herstructureringsdeskundige (HD) is een door de rechtbank benoemde functionaris, die zich buigt over het aan te bieden akkoord. Deze persoon houdt zich niet met de business bezig, maar alleen met het WHOA-akkoord.

    Nieuwe aandeelhouder en akkoord

    In de tussentijd ging ADO samen met haar adviseurs en de HD op zoek naar een nieuwe aandeelhouder die haar wel wilde financieren. Dat lukte in de partij Globalon. Globalon wilde de aandelen wel verwerven en zou ADO dan financieren gedurende enkele jaren, en daarvoor minimaal EUR 7,5 miljoen beschikbaar stellen. Hiermee zou het derde probleem tijdelijk worden opgelost. De negatieve exploitatie zou dan immers niet betekenen dat ADO alsnog failliet zou gaan.

    Om de schuldenberg te saneren en om de zittende Chinese aandeelhouder tot aftreden te dwingen, bood ADO een akkoord aan. Daarvoor verdeelde ADO haar crediteuren in vijf klassen volgens de wettelijke rangorde:

    Klasse A Klasse van preferente crediteuren, waartoe enkel de Belastingdienst behoort.
    Klasse B Klasse met concurrente crediteuren
    Klasse C Klasse met enkel een gelieerde partij, ADO Hospitality
    Klasse D Schuldeiser met een achtergestelde lening, te weten aandeelhouder UVS
    Klasse E De aandeelhouder, UWV

    Om te bepalen wat ieders perspectief was bij liquidatie is een taxateur ingeschakeld. Tezamen met de HD werd berekend dat de totale netto-liquidatieopbrengst slechts EUR 450.000 zijn. Dit bedrag zou volledig naar de bank vloeien en de overige crediteuren zouden gaan opbrengst kunnen verwachten. Geen van de crediteuren die onderdeel waren van het akkoord waren -zogezegd- ‘in the money’. Als onderdeel van het akkoord werd aan Klassen A en B een gestaffeld voorstel gedaan met een aflopend percentage. De Belastingdienst kreeg het dubbele percentage aangeboden ten opzichte van de concurrente crediteuren, zoals de Leidraad Invordering vereist. Langs deze weg zou ongeveer EUR 1,5 miljoen via het akkoord beschikbaar komen voor de schuldeisers; zo zou de WHOA een duidelijke meerwaarde bieden ten opzichte van de liquidatie. De gelieerde partij zou de vordering volledig afboeken en hetzelfde gold voor de achtergestelde lening van de aandeelhouder. De aandeelhouder moest ook zijn aandelen inleveren. De uitslag van de stemming over het akkoord was, dat behalve de aandeelhouder, het akkoord op grote steun kon rekenen en met een grote meerderheid is geaccepteerd.

    Homologatie

    Vervolgens moest de rechtbank zich buiten over de vraag of het akkoord kon worden gehomologeerd, zodat dit ook verbindend was voor de tegenstemmende crediteuren. Het antwoord luidde bevestigend. Daarbij moet wel worden opgemerkt, dat de rechtbank enkel aan de algemene afwijzingsgronden hoefde te toetsen omdat de Chinese aandeelhouder weliswaar bezwaren had opgeworpen, maar deze te laat waren ingediend, zodat de rechtbank deze kon negeren. De vraag is, of dit veel verschil had gemaakt.

    Met de homologatie kreeg ADO dus een andere aandeelhouder én lukt het om maar liefst EUR 16 miljoen aan schulden te saneren. En dat tegen betaling van EUR 1,5 miljoen. Om die reden laat deze casus het mogelijke succes van de WHOA goed zien. De casus illustreert overigens ook, dat een goede voorbereiding essentieel is en je soms een beetje geluk moet hebben.

    Wilt u de uitspraken lezen? Deze vindt u hier:

    • Afkoelingsperiode
    • Verlenging afkoelingsperiode
    • Nogmaals verlenging afkoelingsperiode:
    • Homologatie

    Heeft u vragen over de WHOA? Onze specialisten van het team insolventierecht & herstructuring vertellen u er graag meer over.

  • Duidelijkheid positie Belastingdienst met betrekking tot WHOA-akkoorden

    Duidelijkheid positie Belastingdienst met betrekking tot WHOA-akkoorden

    Duidelijkheid positie Belastingdienst met betrekking tot WHOA-akkoorden

    20 juli 2021, door Lauran van Hoof

     

    De Belastingdienst heeft beleidsregels gepubliceerd met betrekking tot zijn houding in WHOA-akkoorden. Sinds de invoering van de WHOA op 1 januari 2021 was het onduidelijk of en onder welke voorwaarden de Belastingdienst een WHOA-akkoord zou steunen. Op 1 juli 2021 is de Leidraad Invordering 2008 gewijzigd. Er zijn meerdere wijzigingen doorgevoerd. In deze blog worden de wijzigingen die samenhangen met de WHOA besproken.

    Lees ook de blog van mijn kantoorgenoot Sylvain Caris over het saneren van belastingschulden met behulp van de WHOA.

    Aan de Leidraad Invordering 2008 is een artikel toegevoegd dat volledig ziet op het WHOA-akkoord. De Belastingdienst stemt voor een WHOA-akkoord als aan drie voorwaarden is voldaan:

    • het WHOA-akkoord is schriftelijk aangeboden en voldoet aan de formaliteiten;
    • de Belastingdienst is in een klasse ingedeeld waar zijn wettelijke preferentie voldoende tot uiting komt; en,
    • het is aannemelijk dat het akkoord door de rechtbank wordt gehomologeerd.

    Afwijkingen van de bestaande beleidsregels

    Alle bestaande beleidsregels voor het kwijtschelden van belastingen blijven verder van toepassing, tenzij in het nieuwe artikel daarvan is afgeweken. Ik bespreek vier afwijkingen.

    De eerste afwijking hangt samen met de bekende beleidsregel van het dubbele percentage. De Belastingdienst stemt grofweg in met een schuldeisersakkoord als zij het dubbele percentage ontvangt van wat aan reguliere schuldeisers wordt betaald. In de WHOA-regeling is opgenomen dat MKB-schuldeisers minstens 20% moeten ontvangen. Op grond van de oude beleidsregels zou dit betekenen dat de Belastingdienst pas akkoord gaat met een WHOA-akkoord als zij minstens 40% ontvangt. Dat is voor veel schuldenaren simpelweg niet haalbaar.  De nieuwe Leidraad Invordering 2008 biedt de mogelijkheid voor de Belastingdienst om ook in te stemmen met een akkoord dat niet voldoet aan de eis van het dubbele percentage.

    De tweede afwijking ziet op de situatie dat een WHOA-akkoord wordt aangeboden aan een deel van de schuldeisers. De Belastingdienst kan ook in die situatie instemmen. Dat was onder de oude regels niet mogelijk.

    De derde afwijking verruimt de mogelijkheid voor de Belastingdienst om in te stemmen met een WHOA-akkoord waarbij een debt for equity swap plaatsvindt. Voorheen stemde de Belastingdienst niet in met akkoorden waarbij schulden van bepaalde schuldeisers werden omgezet in aandelenkapitaal. Door de nieuwe regels kan de Belastingdienst wel instemmen met een dergelijk akkoord. De belastingschuld zelf mag echter niet worden omgezet in aandelenkapitaal.

    De vierde en laatste afwijking houdt in dat belastingschulden waarvoor eigenlijk geen kwijtschelding wordt verleend – vb. motorrijtuigenbelasting – wel in een WHOA-akkoord kunnen worden betrokken. In het verleden was een schuldeisersakkoord beperkt tot de vennootschaps-, omzet- en loonbelasting.

    Gevolgen van een WHOA-akkoord voor belastingschulden

    Als de Belastingdienst instemt met een WHOA-akkoord en dit akkoord wordt gehomologeerd dan scheldt de Belastingdienst de onbetaalde belastingschulden kwijt. Mocht een derde aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de onbetaalde belastingschuld dan kan de Belastingdienst toezeggen dat hij geen verdere invorderingsmaatregelen richting die derde zal nemen.

    Als de Belastingdienst niet instemt met een WHOA-akkoord en dit akkoord wordt toch gehomologeerd dan vindt geen kwijtschelding plaats van de onbetaalde belastingschulden, maar verklaart de Belastingdienst dat zij geen verdere invorderingsmaatregelen zal nemen. Hiermee houdt de Belastingdienst de mogelijkheid open om de onbetaalde belastingschulden te incasseren bij een derde die aansprakelijk is.

    Afsluiting

    Door de introductie van deze nieuwe beleidsregels is meer duidelijkheid gecreëerd over de positie van de Belastingdienst bij WHOA-akkoorden. Onduidelijk blijft wel wat de Belastingdienst precies verstaat onder: ‘een klasse waar zijn wettelijke preferentie voldoende tot uiting komt’. Het is in ieder geval niet langer per definitie het dubbele percentage. Eerder dit jaar is de Belastingdienst akkoord gegaan met een akkoord waarbij de reguliere schuldeisers 16% kregen en de Belastingdienst 21%. De toekomst zal uitwijzen of dit een representatief percentage is voor alle WHOA-akkoorden.

    Wilt u gebruik maken van een WHOA-akkoord of betrekt een schuldenaar u in een WHOA-akkoord? Neem dan contact op via +31 (0)20 664 51 11 en vraag naar een van onze advocaten van de afdeling Insolventierecht & Herstructurering.

  • Saneren van belastingschulden met behulp van de WHOA

    Saneren van belastingschulden met behulp van de WHOA

    Saneren van belastingschulden met behulp van de WHOA

    9 juni 2021, door Sylvain Caris

     

    Tot en met 30 juni 2021 geldt het zogenaamd bijzonder uitstel van betaling van de Belastingdienst. Achterstallige belastingschulden van vóór 1 juli 2021 moeten per oktober 2022 worden voldaan. Alle belastingschulden die nadien verschuldigd zijn moeten in beginsel gewoon worden betaald. De Belastingdienst heeft een coulant terugbetaalbeleid van 60 maanden. Ook dit ruimhartige beleid zal echter niet voor iedere ondernemer voldoende zijn. Het kabinet heeft bij brief van 27 mei 2021 de Tweede Kamer laten weten dat zij geen belastinschulden generiek (geheel of gedeeltelijk) zal kwijtschelden. Zij ziet meer in zogenaamde “gerichtere steun”.

    Het kabinet onderschrijft echter ook dat alle schuldeisers, waaronder dus ook de Belastingdienst, zich soepel en coulant dienen op te stellen en: “mogelijk zelfs hun vordering geheel of gedeeltelijk kwijtschelden (sanering).” Als oplossing voor de sanering van de schulden lijkt het kabinet te doelen op kwijtschelding door middel van het aanbieden van een akkoord op basis van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) of andere wettelijke mogelijkheden. In mijn vorige blog ging ik reeds in op onder welke voorwaarden de Belastingdienst instemt met een akkoord.

    Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA)

    Per 1 januari 2021 is een nieuwe wet ingevoerd die de mogelijkheid biedt om alle of een gedeelte van de schuldeisers onder omstandigheden te laten instemmen met een (percentage)akkoord tegen kwijtschelding van het restant. Uit een gepubliceerde uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 19 februari 2021 blijkt dat Belastingdienst heeft ingestemd met een homologatieakkoord. De Belastingdienst kreeg op basis van het akkoord 21 procent uitgekeerd. De concurrente crediteuren daarentegen 16 procent. Uit deze uitspraak blijkt dat de Belastingdienst dit saneringsverzoek met een welwillende blik heeft beoordeeld, en daarbij bereid is geweest af te wijken van haar eigen (beleids-)regels, waaronder dat zij normaliter alleen genoegen neemt met een uitkering van minimaal het dubbele van de concurrente crediteuren.

    Om een akkoord aan te bieden aan de schuldeisers is echter ook geld nodig. Om dit mogelijk te maken heeft het kabinet een kredietfaciliteit ter beschikking gesteld, het time-out-arrangement (TOA).

    Time-out-arrangement (TOA)

    Om akkoorden onder de WHOA te financieren heeft het kabinet 200 miljoen euro uitgetrokken. Het TOA-krediet wordt door Qredits verstrekt. Qredits biedt ondernemers daarnaast twaalf maanden gratis coaching en ondersteuning bij het op orde brengen van het bedrijf.

    Een onderneming kan maximaal 100.000 euro aanvragen om een akkoord aan te bieden. Het krediet bestaat uit twee delen, een deel werkkapitaal en een deel achtergesteld vermogen. Het doel van het achtergesteld vermogen is om het voor ondernemers makkelijker te maken vervolgfinanciering aan te trekken. Dit alles is bedoeld om levensvatbare ondernemingen te helpen deze crisis door te komen.

    Belastingschulden

    Indien een  ondernemer voornemens is een akkoord onder de WHOA aan te bieden aan haar schuldeisers doet zij er verstandig aan om bij de inrichting van het akkoord rekening te houden met wat de fiscale gevolgen zijn van een akkoord. De omzetbelasting die reeds in vooraftrek is genomen, dient in beginsel te worden terugbetaald als gevolg van het (gedeeltelijk) kwijtschelden van de vorderingen door de crediteuren. Verder beschouwt de Belastingdienst het voordeel dat als gevolg van kwijtschelding wordt genoten, in principe als (kwijtscheldings-)winst voor de vennootschapsbelasting. Deze fiscale winst kan in de regel worden verrekend met het opgebouwd compensabel verlies. Onder omstandigheden kan het compensabel verlies echter ‘verdampen’ als gevolg van het aangeboden akkoord onder de WHOA. Voor de aandeelhouder speelt nog een ander (fiscaal) risico. In het geval van een faillissement kan de aandeelhouder zijn investering ‘nemen’ als fiscaal verlies, wat leidt tot (toekomstig) compensabel verlies. In het geval van een akkoord onder de WHOA kan een aandeelhouder echter niet onder alle omstandigheden zijn investering boeken als fiscaal verlies, als gevolg waarvan hij (toekomstig) compensabel verlies misloopt. Met dit alles dient bij de inrichting van het akkoord rekening te worden gehouden.

    Meer weten over de mogelijkheden om een uw schulden te saneren of heeft u een andere vraag naar aanleiding van het lezen van bovenstaand artikel? Neem contact op met Sylvain Caris, advocaat Insolventie & Herstructurering via: sylvain.caris@actlegal-fort.com of via tel. +31 (0)20 664 51 11.