Auteur: Derk van Geel

  • Tijdelijke kwijtscheldingsregeling Belastingdienst loopt 1 april af

    Tijdelijke kwijtscheldingsregeling Belastingdienst loopt 1 april af

    Tijdelijke kwijtscheldingsregeling Belastingdienst loopt 1 april af

    14 februari 2024, door Derk van Geel

     

    Op 6 februari verscheen een rapport van de Algemene Rekenkamer met een overzicht van de wegens corona uitgestelde belastingschulden. Van de oorspronkelijke € 40 miljard 2 aan coronaschulden is inmiddels € 26 miljard afgelost. Er staat dus nog € 14 miljard (status 1-1-2024) open, bij maar liefst 210.000 ondernemers. Het rapport vermeldde ook dat de Belastingdienst te weinig capaciteit heeft om deze schulden te incasseren. En met name die uitkomst haalde de media. Dit laatste schetst echter een verkeerd beeld bij ondernemers. De Belastingdienst gaat deze schulden zeker innen, maar het duurt alleen wat langer. Ondernemers kunnen daardoor het idee krijgen dat ze méér tijd hebben, maar dat is een foute gedachte.

    Nu in actie komen

    De tijdelijke soepele kwijtscheldingsregeling bij de Belastingdienst raakt namelijk op zijn einde. De huidige regeling loopt nog tot 1 april 2024 en vooralsnog wordt deze niet verlengd. Dit betekent dat bedrijven met (corona)schulden nu nog onder zeer gunstige voorwaarden tot kwijtschelding kunnen komen, maar dan moet wel vóór 1 april 2024 een verzoek worden ingediend. Daarna is het niet alleen een stuk lastiger om kwijtschelding te krijgen, maar ook een stuk duurder.

    Na 1 april: lastiger en duurder

    Na 1 april 2024 zal je ofwel via de WHOA moeten saneren of via het reguliere beleid. Dit laatste is vrijwel onmogelijk, blijkt in de praktijk. De WHOA is effectief, maar een stuk kostbaarder. Daarnaast is het beleid nu dat de Belastingdienst bij kwijtschelding afziet van de normale eis dat ze het ten opzichte van andere schuldeisers dubbele percentage wil krijgen. Met andere woorden: ‘U krijgt 50% korting maar deze actie loopt nog tot 1 april’.

    Als bedrijven er nu van uit gaan dat het wel los loopt omdat de Belastingdienst nu niet gaat innen, dan gaat het mis. Er bestaat dus nog korte tijd de mogelijkheid om te proberen schulden te verlichten. Vooral voor bedrijven die op zichzelf levensvatbaar zijn, maar nog coronaschulden hebben, is dit echt een unieke kans.

    Niet de kop in het zand steken

    In de praktijk zien we dat veel ondernemers hopen dat het nog goed komt, zeker nu de indruk bestaat dat de fiscus niet incasseert. Het huidige beleid is nog soepel en de ervaring leert dat het goed mogelijk is om te saneren. Dit lukt alleen als de aanvraag precies voldoet aan de regelingen. Dat vergt in de meeste gevallen een samenwerking tussen de accountant of financieel specialist en een advocaat. De Belastingdienst kijkt immers naar de financiële en juridische kanten.

    Heeft u behoefte aan meer informatie of advies bij het indienen van het een verzoek tot kwijtschelding? Neem vrijblijvend contact op met Derk van Geel, partner insolventierecht & herstructuring via derk.vangeel@actlegal-fort.com.

  • Over bokkensprongen en struisvogels

    Over bokkensprongen en struisvogels

    Over bokkensprongen en struisvogels

    7 juni 2023, door Derk van Geel

     

    Dat de coronacrisis bedrijven hard heeft geraakt is niet onbekend. Hoewel het herstel gaande is, zijn er nog heel veel ondernemers die te kampen hebben met de ‘coronaschulden’. Het gaat dan vooral om belastingschulden die twee jaar lang zijn opgeschort (loonheffing en btw) maar in veel gevallen ook om te veel ontvangen NOW.

    Coronaschulden in overvloed

    In een Kamerbrief van 9 maart 2023 riep het kabinet ondernemers op om in actie te komen en iets te doen aan deze schuldenlast. Blijkbaar hadden op dat moment zo’n 73.000 ondernemers nog niets afgelost Dat kan kloppen, want de aflossingsplicht ging pas in vanaf 1 oktober 2022 maar de Belastingdienst faciliteerde ook een betaalpauze van maximaal zes maanden. Bij elkaar opgeteld betekent dit dat ondernemers pas vanaf 1 april 2023 hoefden te gaan aflossen. Het kabinet zag echter al dat er nog veel moest gebeuren om ondernemers in beweging te krijgen.

    Bokkensprongen

    Hoe gaan ondernemers nu om met deze schulden? Het Financieel Dagblad kopte op 7 mei 2023: “Ondernemers maken bokkensprongen om coronaschulden te betalen”. Het artikel laat zien wat voor escapades ondernemers uithalen om het hoofd boven water te houden. Dat gaat bijvoorbeeld om het later betalen van leveranciers of huur, maar ook om het aangaan van nieuwe schulden om andere schulden te betalen. Op zich heel begrijpelijke maatregelen, voor de korte termijn. Echter, op de lange termijn lost het niks op. Het is uitstelgedrag gebaseerd op de hoop op een betere toekomst. Het geeft misschien nu wat lucht, maar verstandig is het niet. Het bestuur steekt de kop in het zand en doet alsof het wel overwaait, zoals een struisvogel. Dat is gevaarlijk. Maar wat dan wel?

    Betalingsregeling of sanering

    De overheidscrediteuren Belastingdienst en UWV hebben beleid ontwikkeld over hoe met de coronaschulden om te gaan. Dat beleid geldt inmiddels enige tijd en er is daardoor al brede ervaring opgedaan met het functioneren daarvan. Duidelijk is dat het huidige beleid ondernemers wél een structurele oplossing biedt.

    Feitelijk is er de keus uit twee routes: een betalingsregeling of saneren. Bij een betalingsregeling kan het te betalen bedrag in vijf jaar (of onder voorwaarden zeven jaar) worden terugbetaald. Deze regeling is met name bedoeld voor bedrijven die de cash flow hebben om dit te kunnen doen. Deze extra uitgaven drukken op de bedrijfsvoering en dat moet wel kunnen. Het moet dus goed berekend worden of dit haalbaar is. Zo ja, dan is dit de aangewezen route.

    Saneringsvoorstel

    Lukt dat niet, dan is er de optie van sanering. Dat betekent in feite dat het bedrijf vraagt om gedeeltelijke kwijtschelding. In alle gevallen is het zo dat duidelijk moet zijn dat het bedrijf wel levensvatbaar is als de sanering slaagt. De lopende kosten moeten kunnen worden betaald. Dat moet door een externe persoon worden vastgesteld, zoals een deskundige of een accountant.

    Als ondernemer kan je ervoor kiezen een informeel saneringsvoorstel te doen of een wettelijk saneringsvoorstel, op grond van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). Bij een informeel voorstel komt er geen rechter aan te pas en wordt crediteuren een voorstel gedaan waarbij (meestal) een bedrag wordt geboden tegen kwijting van het overige. Het beleid van de Belastingdienst is momenteel nog tamelijk soepel. Zo geldt het adagium ‘bij twijfel toekennen’ en geldt tot 1 oktober 2023 dat de Belastingdienst genoegen neemt met hetzelfde uitkeringspercentage als gewone schuldeisers (normaal is dit het dubbele). Ook zijn er andere voordelen. Dit traject kan daardoor redelijk kostenefficiënt worden doorlopen. Dit traject is met name geschikt als er een beperkt aantal schuldeisers is en dat de verwachting is dat iedereen zal meewerken. Het aangeboden bedrag mag dan maximaal in twaalf maanden worden betaald. Het traject kan zelfstandig worden ingegaan maar het is verstandig om een gespecialiseerde advocaat of deskundige te benaderen, die de procedure goed kent. Dat verhoogt de slagingskans enorm.

     Wettelijk traject (WHOA)

    Het wettelijke traject is wat omvangrijker en kostbaarder maar ook erg effectief. Ook in dit geval wordt aan crediteuren een voorstel gedaan, maar dat voorstel moet voldoen aan een wettelijk kader. Zo gelden er bijvoorbeeld informatieverplichtingen, soms minimumpercentages en is ook de procedure waarin het aanbod daadwerkelijk in stemming wordt gebracht, strikt voorgeschreven. Zo’n traject kan niet zonder advocaat plaatsvinden. De WHOA maakt het mogelijk dat een weigerachtige schuldeiser (dat kan zelfs ook de Belastingdienst zijn) toch moet instemmen en het bedrijf gered kan worden. Er zijn inmiddels genoeg voorbeelden van succesvolle trajecten. Over de WHOA is online veel te vinden. Er wordt zelfs actief reclame voor gemaakt. In de praktijk gaat het er vooral om dat een gedegen voorbereiding wordt getroffen.

    Over minimumpercentages of bedragen valt in algemene zin niks te zeggen. Dat hangt echt af van de situatie. Wel zal iedere deskundige vrij snel een globale benadering kunnen maken, zodat je snel weet of zo’n traject voor jou geschikt zal zijn.

     Bokkensprongen, struisvogels en de koe bij de horens

    De Belastingdienst heeft aangekondigd vanaf (ongeveer) nu tot invordering over te gaan. Dat kan gepaard gaan met dwangbevelen, beslaglegging en faillissement. Als het bedrijf levensvatbaar is moet dat worden voorkomen. Dat gaat niet met bokkensprongen maar alleen als men de koe bij de horens vat.

    Mocht het bedrijf nu toch niet levensvatbaar zijn, dan gaat het waarschijnlijk richting faillissement. Dat kan een hele moeilijke conclusie zijn. Toch is het verstandig om dan dit besluit te nemen. Er kan aansprakelijkheid om de hoek komen kijken en de uitkomst kan dan niet alleen verlies van het bedrijf zijn. Kortom, bokkensprongen maken het probleem alleen maar groter en struisvogels vinden geen oplossing. Kom in actie en vat de koe bij de horens!

  • Tijdelijke versoepelingregels voor sanering belastingschulden

    Tijdelijke versoepelingregels voor sanering belastingschulden

    Tijdelijke versoepeling regels voor sanering belastingschulden

    21 juli 2022, door Derk van Geel

    Het MKB heeft in de coronaperiode massaal belastingschulden opgebouwd. Er is gretig gebruik gemaakt van de uitstelregeling van de Belastingdienst. Feitelijk komt het erop neer dat het MKB twee jaar lang nauwelijks belasting heeft betaald. Dat was logisch want de middelen waren nodig om het hoofd boven water te houden. Het MKB heeft daardoor in totaal ongeveer 20 miljard euro aan belastingschulden. Dat is vooral loonheffing en deels btw. De vraag is nu: hoe loopt dit af?

    Terugbetalingsregeling

    De Belastingdienst gaat het bedrag niet geheel afboeken. Dat heeft de minister al laten weten. De Belastingdienst heeft een terugbetalingsregeling van vijf jaar, die start vanaf oktober 2022. Dat is een ruimhartige regeling maar die zal niet voor iedereen ruim genoeg zijn. Al snel gaat het om duizenden euro’s extra aflossen per maand en dat moet allemaal uit de kasstroom komen. Bijvoorbeeld, omdat er ook NOW terugbetaald moet worden, of omdat er andere achterstanden zijn opgebouwd.

    Welke oplossingen zijn er als dit niet betaald kan worden? Dat zijn er in de kern twee:

    1. De ondernemer kan een ‘kwijtscheldingsverzoek’ doen aan de Belastingdienst, of
    2. De ondernemer kan een WHOA-akkoord teweegbrengen.

    Dat werkt alsvolgt:

    Kwijtscheldingsverzoek

    Via een speciaal formulier van de Belastingdienst kan de ondernemer een verzoek tot kwijtschelding doen. In feite doet de ondernemer dan een voorstel tot afkoop van de totale schuld tegen betaling van een deel. Daarvoor gelden belangrijke regels en beperkingen die staan opgenomen in (voornamelijk) de Leidraad Invordering 2008. De Belastingdienst kijkt dan bijvoorbeeld naar de levensvatbaarheid van het bedrijf. Alleen levensvatbare ondernemingen kunnen een kwijtschelding krijgen. Ook kijkt de Belastingdienst of inmiddels lopende verplichtingen worden bijgehouden en wat de dienst zou ontvangen bij faillissement. Het saneringsvoorstel moet altijd een beter perspectief bieden dan dat. Belangrijk is ook dat de Belastingdienst wil dat in principe aan alle crediteuren een voorstel wordt gedaan en niet alleen aan de Belastingdienst. De Belastingdienst wil dan normaal gesproken ook het dubbele percentage ontvangen ten opzichte van andere crediteuren (dus 20% als andere schuldeisers 10% krijgen). Er zijn meer regels, die goed moeten worden bekeken.

    Tijdelijke maatregelen

    De Belastingdienst heeft enkele tijdelijke maatregelen ingesteld om sanering te vergemakkelijken. Als tijdelijke maatregel heeft de dienst aangekondigd dat zij vanaf 1 augustus 2022 bij een saneringsvoorstel met hetzelfde percentage akkoord gaat als overige crediteuren in plaats van met het dubbele percentage. Oftewel, 50% korting. Maar dat is niet alles. Ook heeft de Belastingdienst laten weten het verzoek voor nu zeer welwillend te bekijken en zelfs de stelregel te hanteren: ‘bij twijfel toekennen’. Dat is een zeer toeschietelijke benadering die uitnodigt om hier gebruik van te maken. Alles om het MKB te helpen. En dat is goed.

    WHOA-akkoord

    Het kan lastig zijn om aan alle voorwaarden te voldoen of om alle overige crediteuren die de ondernemer ook moet betrekken bij een sanering, over de streep te trekken. Voor die situatie is een akkoord uit de Wet Homologatie Onderhands akkoord (WHOA) een goede optie. Volgens deze tamelijk nieuwe regeling, kan een saneringsvoorstel worden aangeboden aan verschillende crediteuren. Denk aan de Belastingdienst maar ook UWV, gemeentelijke belastingen, huurschulden, etc. De regeling maakt het mogelijk om het akkoord op te leggen aan crediteuren die het voorstel afwijzen (dwangakkoord). De rechtbank moet daar dan een uitspraak over doen. In de praktijk blijkt deze route zeer effectief. De procedure is bovendien snel (afronding binnen een paar maanden).  De wet stelt wel allerlei procedure-eisen, die moeten worden gevolgd.

    Bedrijf in WHOA?

    Of het WHOA-traject voor u een oplossing biedt, vergt een goede beoordeling. Er zijn verschillende initiatieven in omloop die de procedure proberen te standaardiseren en er zijn inmiddels veel aanbieders via internet, maar pas op, het is maatwerk. Rechtbanken zijn streng en het is geen ‘schuldenwasmachine’. Om een indruk te krijgen of uw bedrijf geschikt zou zijn voor zo’n proces, kijk dan naar de volgende vragen:

    • Kunt u lopende kosten nog een tijdje betalen?
    • Gaat het bedrijf waarschijnlijk failliet als er binnen afzienbare tijd geen schuldverlichting plaatsvindt?
    • Is uw bedrijf levensvatbaar?
    • Hebt u goed zicht op wie de schuldeisers zijn of zij zekerheden hebben?
    • Is er een bedrag beschikbaar om crediteuren een bedrag te bieden dat hoger is dan zij bij faillissement zouden krijgen?

    Is het antwoord op deze vragen ‘ja’ dan zou het voor u kunnen lonen om naar dit traject te kijken. Aan de hand van beperkte informatie kan een specialist vaak snel zien of het voor u een optie zou kunnen zijn. Het traject zelf is ingewikkelder, dat vraagt om goed advies. Let wel, bij de Belastingdienst ligt er nu een unieke kans. Wacht in elk geval niet te lang. Straks is de ‘uitverkoop’ weer voorbij.

    Heeft u vragen over de WHOA? Onze specialisten van het team insolventierecht & herstructuring vertellen u er graag meer over.

  • Casus: de WHOA van ADO Den Haag

    Casus: de WHOA van ADO Den Haag

    Casus: de WHOA van ADO Den Haag

    16 mei 2022, door Derk van Geel

    ADO Den Haag in de problemen

    Voetbalclub ADO Den Haag verkeerde begin 2021 in financieel zwaar weer. De directe aanleiding daarvoor was, dat haar Chinese aandeelhouder een financiering van EUR 2 miljoen niet beschikbaar stelde, terwijl die dat wel had moeten doen. ADO had daardoor een acuut liquiditeitstekort van ongeveer dit bedrag. Daarnaast was duidelijk dat ADO ook een ondraaglijke schuldenlast had. ADO had een reguliere schuldenlast van bijna EUR 18 miljoen verdeeld over circa 150 schuldeisers. ADO was daarnaast verlieslatend. Zo waren er dus drie problemen: (i) een liquiditeitstekort, een (ii) schuldenberg en (iii) verlieslatende onderneming.

    De WHOA

    ADO besloot door middel van een WHOA-procedure deze problemen aan te pakken. De WHOA staat voor Wet Homologatie Onderhands Akkoord. Deze wet biedt de mogelijkheid om via een schuldenakkoord tot een sanering te komen die nodig is om faillissement af te wenden. Het instrument is beschikbaar voor ondernemingen die in de kern levensvatbaar zijn. Het idee is, dat met het saneren van de onderneming een meerwaarde wordt gerealiseerd vanwege het behoud van continuïteit. Deze meerwaarde (althans een deel daarvan) kan dan beschikbaar komen aan de crediteuren, die anders genoegen moeten nemen met hun liquidatieperspectief. Crediteuren krijgen dan een voorstel, dat hen een beter perspectief moet bieden dat in faillissement. Nadat zij gestemd hebben over dit voorstel, kan de onderneming naar de rechtbank gaan, en verzoeken het akkoord voor alle crediteuren verbindende te verklaren (homologeren). De rechtbank beoordeelt of aan de wettelijke vereisten is voldaan. WHOA is dus een saneringsinstrument, bedoeld om een levensvatbaar bedrijf te redden van faillissement, in het belang van zowel de onderneming als van de crediteuren.

    Afkoelingsperiode(n)

    ADO voorzag dat crediteuren zich actief zouden gaan verhalen op haar activa. In dat geval zou de voorbereiding van het akkoord in gevaar komen. Om dat risico te voorkomen, verzocht (en kreeg) ADO van de rechtbank een zogenoemde afkoelingsperiode. Tijdens die afkoelingsperiode worden de rechten van crediteuren om zich te verhalen op goederen van ADO, opgeschort. Dat kan bijvoorbeeld gaan om beslagleggen, goederen terughalen of pandrechten uitwinnen. Op 25 mei 2021 kreeg ADO een afkoelingsperiode tot 1 augustus 2021. Deze periode is later enkele keren verlengd. Een afkoelingsperiode wordt enkel toegekend als de lopende verplichtingen in de tussentijd kunnen worden nagekomen. Omdat ADO een negatieve exploitatie had en een acuut liquiditeitsgat in de beoogde afkoelingsperiode, was de vraag of daarvoor financiering beschikbaar was. Die financiering was er, en was afkomstig uit de transferopbrengsten van een van de spelers. Uit die opbrengst kon ADO de lopende kosten tijdens de afkoelingsperiode betalen. Het eerste probleem werd daarmee tijdelijk opgelost.

    ADO koos er ook voor de rechtbank te vragen een herstructureringsdeskundige te benoemen. Dat is niet verplicht, maar kan een voordeel bieden. Een herstructureringsdeskundige (HD) is een door de rechtbank benoemde functionaris, die zich buigt over het aan te bieden akkoord. Deze persoon houdt zich niet met de business bezig, maar alleen met het WHOA-akkoord.

    Nieuwe aandeelhouder en akkoord

    In de tussentijd ging ADO samen met haar adviseurs en de HD op zoek naar een nieuwe aandeelhouder die haar wel wilde financieren. Dat lukte in de partij Globalon. Globalon wilde de aandelen wel verwerven en zou ADO dan financieren gedurende enkele jaren, en daarvoor minimaal EUR 7,5 miljoen beschikbaar stellen. Hiermee zou het derde probleem tijdelijk worden opgelost. De negatieve exploitatie zou dan immers niet betekenen dat ADO alsnog failliet zou gaan.

    Om de schuldenberg te saneren en om de zittende Chinese aandeelhouder tot aftreden te dwingen, bood ADO een akkoord aan. Daarvoor verdeelde ADO haar crediteuren in vijf klassen volgens de wettelijke rangorde:

    Klasse A Klasse van preferente crediteuren, waartoe enkel de Belastingdienst behoort.
    Klasse B Klasse met concurrente crediteuren
    Klasse C Klasse met enkel een gelieerde partij, ADO Hospitality
    Klasse D Schuldeiser met een achtergestelde lening, te weten aandeelhouder UVS
    Klasse E De aandeelhouder, UWV

    Om te bepalen wat ieders perspectief was bij liquidatie is een taxateur ingeschakeld. Tezamen met de HD werd berekend dat de totale netto-liquidatieopbrengst slechts EUR 450.000 zijn. Dit bedrag zou volledig naar de bank vloeien en de overige crediteuren zouden gaan opbrengst kunnen verwachten. Geen van de crediteuren die onderdeel waren van het akkoord waren -zogezegd- ‘in the money’. Als onderdeel van het akkoord werd aan Klassen A en B een gestaffeld voorstel gedaan met een aflopend percentage. De Belastingdienst kreeg het dubbele percentage aangeboden ten opzichte van de concurrente crediteuren, zoals de Leidraad Invordering vereist. Langs deze weg zou ongeveer EUR 1,5 miljoen via het akkoord beschikbaar komen voor de schuldeisers; zo zou de WHOA een duidelijke meerwaarde bieden ten opzichte van de liquidatie. De gelieerde partij zou de vordering volledig afboeken en hetzelfde gold voor de achtergestelde lening van de aandeelhouder. De aandeelhouder moest ook zijn aandelen inleveren. De uitslag van de stemming over het akkoord was, dat behalve de aandeelhouder, het akkoord op grote steun kon rekenen en met een grote meerderheid is geaccepteerd.

    Homologatie

    Vervolgens moest de rechtbank zich buiten over de vraag of het akkoord kon worden gehomologeerd, zodat dit ook verbindend was voor de tegenstemmende crediteuren. Het antwoord luidde bevestigend. Daarbij moet wel worden opgemerkt, dat de rechtbank enkel aan de algemene afwijzingsgronden hoefde te toetsen omdat de Chinese aandeelhouder weliswaar bezwaren had opgeworpen, maar deze te laat waren ingediend, zodat de rechtbank deze kon negeren. De vraag is, of dit veel verschil had gemaakt.

    Met de homologatie kreeg ADO dus een andere aandeelhouder én lukt het om maar liefst EUR 16 miljoen aan schulden te saneren. En dat tegen betaling van EUR 1,5 miljoen. Om die reden laat deze casus het mogelijke succes van de WHOA goed zien. De casus illustreert overigens ook, dat een goede voorbereiding essentieel is en je soms een beetje geluk moet hebben.

    Wilt u de uitspraken lezen? Deze vindt u hier:

    • Afkoelingsperiode
    • Verlenging afkoelingsperiode
    • Nogmaals verlenging afkoelingsperiode:
    • Homologatie

    Heeft u vragen over de WHOA? Onze specialisten van het team insolventierecht & herstructuring vertellen u er graag meer over.

  • Derk van Geel in Advocatenblad: ‘Meerwaarde WCR twijfelachtig’

    Derk van Geel in Advocatenblad: ‘Meerwaarde WCR twijfelachtig’

    ‘Meerwaarde WCR twijfelachtig’

    25 oktober, Derk van Geel in Advocatenblad 2021-8

     

     

  • Het GO-C krediet voor hotels

    Het GO-C krediet voor hotels

    Het GO-C krediet voor hotels

    3 november 2020, door Derk van Geel

    Eén van de overheidsmaatregelen om de economie te stutten is het vergemakkelijken van het krijgen van krediet bij de bank. Dat kan nodig zijn om de liquiditeitspositie te verbeteren of om investeringen te doen, ter voorkoming van een faillissement. Ook hotels komen voor dit krediet in aanmerking. Hoe dat werkt, leest u in dit artikel.

    Wat is een GO-C krediet?

    Een GO-C krediet is een reguliere lening die je krijgt bij de bank. De kredietnemer sluit een financieringsovereenkomst met de bank; je leent geld en dat moet terugbetaald worden. Het is dus geen subsidie.

    Het bijzondere is, dat het GO-C krediet onderdeel is van de Garantie Ondernemersfinanciering (GO). Daarin is nu een speciale corona module opgenomen, vandaar GO-C.

    Wat zijn de bijzonderheden?

    Een GO-C krediet kent de volgende bijzonderheden:

    • maximale looptijd: 6 jaar;
    • minimaal EUR 1.5 miljoen en maximaal EUR 150 miljoen;
    • er is een staatsgarantie voor 90% voor MKB-leningen.

    Het feit dat de Staat garant staat, betekent niet dat er geen zekerheden hoeven te worden verschaft. Dat moet ook gewoon gebeuren, volgens de reguliere kredietverlening. Vanwege de staatsgarantie kan een bank nu echter een krediet verlenen, dat bij de normale toetsingskaders zou worden afgewezen omdat het risico dan te hoog is.

    Wanneer kom je in aanmerking voor een GO-C krediet?

    Er gelden belangrijke criteria ten aanzien van de onderneming en het bestedingsdoel. Dat zijn vooral:

    • alleen Nederlandse ondernemingen komen in aanmerking, met substantiële activiteiten in Nederland;
    • het bedrijf moet in de kern gezond zijn en alleen door corona in de problemen zijn gekomen;
    • er moeten goede rentabiliteits-/ en continuïteitsperspectieven zijn;
    • er moet nieuw geld in het bedrijf vloeien (herfinanciering kan dus niet);
    • er mag geen bovenmatig kapitaal zijn onttrokken in de afgelopen 12 maanden;
    • je kunt er alleen liquiditeitstekort vanwege corona mee financieren.

    Als je aan deze criteria voldoet (en dit uit documentatie blijkt) kan je hiervoor in aanmerking komen.

    Toepassing voor hotels

    De exploiterende hotelier maakt goede kans hiervoor in aanmerking te komen. In de regel zal de hotelier, die in de kern een gezond bedrijf heeft, voldoen aan de criteria. Een dergelijk krediet zou dus kunnen worden gebruikt om een ‘skeletbegroting’ te financieren. Zo kunt u de zware tijden overleven en als de maatregelen zijn opgeheven waardoor de bezetting weer normaliseert, ontstaat er meer omzet en winst, waaruit het krediet kan worden afgelost. Ook een reorganisatieplan, waar kosten aan zitten (zoals een crediteurenakkoord, afvloeien van personeel of andere saneringsinvesteringen) kunnen op deze manier worden gefinancierd.

    Toch is het belangrijk te bedenken of een GO-C krediet de beste optie is. Een krediet moet worden terugbetaald. Dat betekent dat de toekomstige winsten moeten worden aangewend om dit krediet af te betalen. Er moet ook rente worden betaald. Er zitten dus absoluut nadelen aan het GO-C krediet. Beoordeel dus goed, of dit voor uw bedrijf de oplossing biedt.

  • De hotelbranche in coronatijd

    De hotelbranche in coronatijd

    De hotelbranche in coronatijd

    2 oktober 2020, door Derk van Geel

     

    In het tweede kwartaal van 2020 ontvingen toeristische accommodaties gemiddeld 72 procent minder gasten dan een jaar eerder, blijkt uit cijfers van het CBS. De Amsterdamse hotels hebben het het zwaarst. Sinds juni zien zij een bezettingsgraad van 25%. Ruim 90% van de toeristen bleef weg. Buiten de regio Amsterdam & Schiphol doen sommige hotels in toeristische gebieden het overigens wel goed, door zich te richten op ‘staycations’ van Nederlandse gasten, meldt het HOSTA 2020 rapport.

    Ook beleggingen in hotels liepen fors terug. Volgens vastgoedadviseur CBRE zullen de investeringen in hotelvastgoed zo’n 75% lager uitkomen dan vorig jaar. Aan de banenkant verwacht Koninklijke Horeca Nederland een verlies van 50.000-100.000 arbeidsplaatsen voor de gehele horeca.

    Het FD schrijft dat vastgoedexperts forse afwaarderingen van hotels verwachten, oplopend tot wel 20% voor hotels gericht op de zakelijke markt, met mogelijk gedwongen verkoop tot gevolg. Investeringsfondsen zien hier juist weer kansen om vastgoed tegen een aantrekkelijke prijs te kopen.

    De hotelexploitanten kunnen tot nu toe gebruik maken van de now-regeling, maar aangezien die alleen deels de personeelslasten dekt staat bij veel van deze ondernemers het water nu al aan de lippen.

    Al met al geen vrolijk beeld. Wij volgen de ontwikkelingen in de markt, net als u, op de voet en staan klaar om u te adviseren waar nodig op het gebied van vastgoedrecht, insolventie of herstructurering, fusies, overnames of arbeidsrecht.

  • Het hotel in bijzonder beheer

    Het hotel in bijzonder beheer

    Het hotel in bijzonder beheer

    24 september 2020, door Derk van Geel

     

    Veel hotels die gefinancierd worden door een bank, maakten gebruik van de uitstel en opschortingsregels voor rente en aflossingsverplichtingen. Die periode loopt nu af, per 1 oktober 2020. Onder meer ABN AMRO heeft daarover al brieven gestuurd. Steeds meer hotels worden nu door de bank overgeplaatst naar haar afdeling Bijzonder Beheer. Wat betekent dit, en hoe moet je daarmee om gaan?

    Wat doet Bijzonder Beheer?

    Over Bijzonder Beheer bestaan veel indianenverhalen. Soms ook terecht. Bijzonder Beheer komt in beeld als de bank vindt dat het kredietrisico groter wordt. Dat kan allerlei oorzaken hebben. De teruggevallen omzet, lagere bezettingsgraad en prijzen, brancheontwikkelingen, dalende waarde van onderpand. Vaak is het een combinatie. Momenteel is het zo dat overheidsregelingen soberder worden en rente en aflossing spoedig weer betaald moet worden, terwijl de omzet nog op een laag niveau is. Dat zal veelal de oorzaak zijn.

    Belangrijk om te realiseren is, dat Bijzonder Beheer er op de eerste plaats is voor de bank. De afdeling is dan ook vooral bezig om het risico van de bank in te dammen. De belangen van de kredietnemer staan op de tweede plaats. De misvatting is vaak, dat een ondernemer verwacht dat hij hulp gaat krijgen van de bank. Maar daar is Bijzonder Beheer niet voor. Bijzonder Beheer is er vooral om te monitoren dat de oplossingen die de ondernemer aandraagt, reëel zijn en dat het risico voor de bank beheersbaar is.

    Bijzonder Beheer kent twee interne afdelingen: restructuring en recovery. In eerste instantie kom je bij restructuring. Die afdeling is bedoeld om de klantrelatie in stand te houden en mee te kijken welke oplossingen kunnen worden bereikt. Recovery komt aan de orde als de bank het krediet opzegt en uitwint. Belangrijk is dus om te weten wie de behandelaren zijn en welke afdeling zij vertegenwoordigen.

    Het verbetertraject

    De bank zal eerst allerlei informatie opvragen om te zien waar de ondernemer staat. De bank wil cijfers zien en zal die spiegelen aan eigen branchegegevens. De hotelbranche in Amsterdam is wezenlijk anders dan in andere delen van Nederland. Hetzelfde geldt voor een inschatting van de kostenstructuur. Als het pand waarin het hotel gevestigd is, onderdeel in eigen beheer is, zal de bank vaak een taxatie wensen.

    Vervolgens wil de bank dat de ondernemer laat zien grip te hebben op de zaak en een verbeterplan heeft. Dat plan moet erop gericht zijn de problemen te onderkennen en op te lossen. Natuurlijk kan omzetstijging in coronatijd niet door de ondernemer worden opgelost. Het plan zal dus over andere zaken moeten gaan. Bijvoorbeeld: welke kosten kan je reduceren? Voor afvloeiïng van personeel is een investering nodig en daarover kan wellicht met de bank worden gesproken (bijvoorbeeld een GO-krediet). Ook een nadere opschorting van rente en aflossing kan worden besproken, mits er een goede bestemming is voor de daarmee vrij gekomen liquiditeit. Als de bank onvoldoende vertrouwen heeft dat de ondernemer dit zelf kan, zal de bank aandringen op het inschakelen van een adviseur.

    De doorlooptijd van Bijzonder Beheer is niet eenduidig. Dit hangt sterk af van de situatie. Soms is het snel duidelijk, en in andere gevallen is een langer traject aan de orde.

    Tips and trics

    Omgaan met Bijzonder Beheer is een aparte tak van sport. Zowel in de omgang als in de juridische situatie is het erg delicaat. Dat vereist een foutloze aanpak. Een paar tips zijn:

    • Stel altijd een agenda voor een gesprek op. Zo voorkom je ter plaatse te worden overvallen door onderwerpen of vragen.
    • Zorg dat je de ins and outs van het bedrijf kent. Als de bank vraagt naar de omzet, bezettingsgraad en prijsontwikkeling van kamers over de afgelopen zes maanden, moet dat meteen kunnen worden opgedreund en in een mooie grafiek zichtbaar zijn.
    • Let op bij brieven en e-mails ter bevestiging. Het is gebruikelijk dat een verslag wordt gemaakt, maar de bankmedewerkers zijn er bedreven in om met de vastlegging ten gunste van de bank het dossier te bouwen. Zorg aan de andere kant dat belangrijke afspraken, uitspraken en bespreekpunten, goed worden vastgelegd. Dat komt erg nauw.
    • Voorkom conflicten. Het zoeken naar een redelijke oplossing is steeds de beste oplossing. Ook als de bank onwelgevallige eisen stelt, is het belangrijk rustig en coöperatief te handelen.
    • Neem niet te snel een advocaat mee. Beter is om een advocaat op de achtergrond te laten adviseren. Een advocaat aan tafel zorgt snel voor verkramping van een overleg. Het kan echter zo zijn, dat op een bepaald punt een breekijzer nodig is.
  • Start-up krijgt ruimte van de rechter

    Het bestuur van een start-up krijgt van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch ruimte om te handelen, ondanks haar financiële onzekerheid. Start-ups zijn bijna altijd afhankelijk van financiering van haar aandeelhouders en veelal vinden er meerdere investeringsronden plaats. Steeds is er dan weer de onzekerheid of de volgende fase wordt bereikt. Dat geeft ook financiële onzekerheid, want als aandeelhouders niet meer funden, dan droogt het geld op en kunnen lopende kosten niet meer worden betaald. Niet zelden volgt dan faillissement.

    Het risico van een contract

    Een veel voorkomend probleem: het bestuur wil contracten af kunnen sluiten omdat die nodig zijn voor de bedrijfsvoering. Daarbij ontstaat een risico, want volgens de rechtspraak mag je als bestuurder geen contract sluiten waarvan je wist of moest weten dat je de betalingsverplichtingen niet zou kunnen nakomen. Dat geeft een dilemma dat zich bij uitstek voordoet bij start-ups, die afhankelijk zijn van toekomstige, onzekere financieringsronden. Sluit je toch contracten af, dan kan je persoonlijk aansprakelijk zijn.

    Bestuurder niet persoonlijk aansprakelijk

    In een recente zaak oordeelt het Gerechtshof nu, dat het bestuur in zo’n geval niet aansprakelijk is. Het ging om een payroll bedrijf dat een werknemer had gedetacheerd bij de start-up. De start-up ging failliet en het payroll bedrijf werd uiteindelijk niet betaald. Het Payroll bedrijf stelde dat het bestuur beter had moeten weten. Er was nimmer winst gemaakt en het voortbestaan was onzeker. Dat maakte – volgens het payroll bedrijf – dat het bestuur niet zomaar de detachering had mogen aangaan (en op enig moment voortzetten).

    Het Gerechtshof oordeelde anders en nam daarin mee dat enige onzekerheid inherent is aan het wezen van een start-up. Daarbij was het zo dat tot een laat stadium er nog gesprekken liepen met investeerders. Ook dat is eigen aan een start-up. Het bestuur had gaandeweg zelf ook een aantal keer geld in het bedrijf gestopt om tussentijds salarissen te betalen. In die omstandigheden, was het bestuur niet aansprakelijk.

    Begrip binnen de rechtspraak

    Dit zal natuurlijk niet in alle situaties gelden. Het geeft wel aan dat er binnen de rechtspraak begrip is voor start-ups en dat partijen die met een start-up contracteren, zelf dienen te realiseren dat als zij daarmee contracteren, er onzekerheden zijn. Dat geeft het bestuur van een start-up ruimte.

  • Versnelde invoer WHOA

    Versnelde invoer WHOA?

    19 maart 2020, door Derk van Geel

     

    De impact van het coronavirus op de economie is onontkoombaar. Veel ondernemers moeten? sluiten, en de kans is groot dat dit een domino-effect zal geven. Of dit zal leiden tot een nieuwe crisis als in 2008, is de vraag maar velen verwachten toch dat bedrijven in zwaar weer komen. Door de voorzienbare gevolgen van het coronavirus is juist nu de versnelde invoer van de WHOA nodig, omdat de wet de nadelige effecten kan helpen bestrijden.

    Bedrijven hebben juist in deze situatie behoefte aan reorganisatiemogelijkheden. Die mogelijkheden zijn onder de huidige Nederlandse wetgeving beperkt. Er is de mogelijkheid van buitengerechtelijk schuldeisersakkoord, surseance van betaling of faillissement. Experts en de overheid menen dat deze mogelijkheden tekortschieten en dat levensvatbare bedrijven, die door omstandigheden in de problemen raken, beter in staat zouden moeten zijn zich te reorganiseren om zo nadelige effecten van een lastig economisch klimaat te verzachten.

    Al enkele jaren is de wetgever bezig met het construeren van een nieuwe wet, genaamd: Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). Deze wet moet het mogelijk maken om buiten een insolventieprocedure tot een dwangakkoord te komen met crediteuren. Enkele dwarsliggers kunnen een reorganisatie dan niet voorkomen (zoals dat nu wel vaak het geval is). De wet is al in behandeling bij de Tweede Kamer maar de invoering laat op zich wachten.

    Door de voorzienbare gevolgen van het coronavirus ontstaat een ‘sense of urgency’. Een aantal experts heeft daarom opgeroepen de wet versneld in te voeren. Deze brief leest u hier.

    Wij juichen dit initiatief toe. Het zal een extra instrument zijn om de gevolgen van het virus te bestrijden. Overigens zal de wet niet zaligmakend zijn. Slechts in bepaalde gevallen kan de wet een oplossing -bieden. Het is geen wondermiddel.

    Meer weten over de WHOA? Neem contact op met Derk van Geel, partner insolventie & herstructurering via: derk.vangeel@actlegal-fort.com of via tel. 020-664 5111. Voor meer informatie zie ook:  www.wbrt.nl.