Tag: veiling

  • Dirk van den Berg in Pompshop: De Staat deed waartoe hij in staat was

    Dirk van den Berg in Pompshop: De Staat deed waartoe hij in staat was

    De Staat deed waartoe hij in staat was

    7 oktober 2021, door Dirk van den Berg

     

    Mijn vorige column eindigde met een cliffhanger: zou de rijkswegveiling wel doorgaan? De opgebouwde spanning was beperkt, want toen Pompshop op 31 augustus op de mat viel, was al bijna een week bekend dat de voorzieningenrechter de eis van een zestal vergunninghouders en de VNPI om de veiling uit te stellen, had afgewezen. De vergunninghouders hadden gevorderd dat de veiling pas doorgang zou mogen vinden nadat minimaal een maand zou zijn verstreken vanaf het moment dat de Staat duidelijke antwoorden op hun vragen zou hebben gegeven.

    Aan het einde van de mondelinge behandeling van het kort geding op 22 juli jl. hebben partijen nog niet om een vonnis gevraagd. Zij zouden nog overleg hebben om te bezien of zij eruit konden komen. Dat overleg bestond daaruit, dat het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) begin augustus in een brief alle vragen die de vergunninghouders in de dagvaarding hadden gesteld, heeft beantwoord, en de vergunninghouders heeft gevraagd of zij op basis van de gegeven antwoorden de zaak wilden intrekken. Een groot aantal vragen had betrekking op de toekomst van de verzorgingsplaatsen waar nu tankstations staan, zoals “Welke aanvullende voorzieningen worden per 1 januari 2024 toegestaan?” en “Indien aan Fastned wordt toegestaan aanvullende voorzieningen te realiseren, op welke wijze wordt dan rekening gehouden met het veilingbedrag dat voor benzinestations betaald moet worden, en dat mede ziet op de shops/horeca?” Ook waren er vragen over de bijbehorende verplichtingen waaraan de benzinestations moeten voldoen, zoals het verzorgen van toiletten en het houden van voldoende toezicht.

    De antwoorden van het RVB waren niet altijd even “duidelijk”. De meeste antwoorden kwamen erop neer dat er beleid moet worden ontwikkeld of dat er nog besluiten moeten worden genomen. Enkele punten werden wel opgehelderd: het RVB gaf aan dat voor de door Fastned gewenste aanvullende voorzieningen nieuwe huurovereenkomsten zullen worden gesloten, waarbij de huurprijs marktconform zal zijn en tot stand zal komen op basis van een taxatie “toegespitst op de voorzieningen waarvoor toestemming wordt gevraagd”. Ook is geantwoord dat Fastned bij haar uitbreidingen geen toiletten hoeft aan te leggen, omdat die al onderdeel zijn van de Wbr-vergunningen van de bestaande tankstations.

    De vergunninghouders vonden de antwoorden te onduidelijk en zetten de zaak door. De rechter zag het anders. Volgens de rechter was het nog maar de vraag of de Staat verplicht was de vragen van de vergunninghouders te beantwoorden, maar hoefde hij aan de beantwoording van die vraag niet toe te komen. Hij overwoog: “de voorzieningenrechter heeft geen reden om te veronderstellen dat de Staat bij machte is om meer duidelijkheid te geven dan wel zekerheid te bieden dan hij tot nu toe heeft gedaan. Aangenomen moet worden dat de Staat de vragen zo veel mogelijk heeft beantwoord, namelijk voor zover hij daartoe in staat was. Daarbij kan blijven rusten of en in hoeverre de Staat tot beantwoording gehouden was.”

    De bieders op de veiling bleken op 8 september niet veel last te hebben van onduidelijkheden of onzekerheden met betrekking tot de aangeboden kavels. Er werd – ondanks corona en de oprukkende elektrificatie van het wagenpark – geboden als vanouds en EG bracht zelfs het hoogste bod in de rijkswegveilinggeschiedenis uit. Zij mag na het aftikken van ruim 27,5 miljoen euro op de verzorgingsplaats Honswijck de strijd met Fastned voortzetten.

    Nieuwsgierig naar de rest van de uitspraak? Lees het hele kort geding vonnis op www.rechtspraak.nl

    Deze column is geschreven voor Pompshop. Het onafhankelijke vakblad voor tankstations en carwash. Dirk van den Berg is ruim 15 jaar gespecialiseerd in tankstationszaken en gaat in Pompshop maandelijks in op een juridisch onderwerp. Vragen of opmerkingen? Neem hier contact op.

     

  • Dirk van den Berg in Pompshop: WYSIWYG (What You See Is What Gou Get)?

    WYSIWYG (What you see is what you get)?

    6 september 2021, door Dirk van den Berg

     

    De jaarlijkse veiling van de rijkswegtankstations was spannend vorig jaar. Zou corona de veilingresultaten negatief beïnvloeden? Ik heb niet kunnen vaststellen dat dat is gebeurd: het hoogste resultaat ooit werd geboekt voor Den Ruygenhoek West bij Hoofddorp. Weliswaar is dat bedrag geboden door de zittende partij die gebruik kon maken van de topdeelregeling, en dus lang niet het hele bedrag hoefde te betalen, maar het één-na-hoogste bod, van een derde partij, was ook een recordbedrag.

    Dit jaar hebben we (helaas) nog steeds corona, maar we hebben er nog een hindernis bij: verschillende zittende partijen hebben in kort geding gevorderd dat de veiling van 8 september a.s. wordt uitgesteld omdat het onvoldoende duidelijk is waarop er moet worden geboden: met andere woorden: krijgt de koper wel wat hij nu ziet?

    De bron van deze onrust is voornamelijk de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 14 april 2021 (ECLI:NL:RBDHA:2021:3894) waarin de Staat werd veroordeeld om binnen 30 dagen te beslissen op de verzoeken van Fastned en Mister Green om met hen een overeenkomst aan te gaan op basis waarvan zij aanvullende (horeca- en shop-) voorzieningen kunnen realiseren bij hun laadstations op de verzorgingsplaatsen De Horn, Velder en Hellevliet. In eerdere procedures bij de Raad van State hadden de stroomleveranciers daarvoor de benodigde vergunningen al verkregen, maar omdat de Staat eigenaar is van de gronden is ook een huurovereenkomst nodig. Zie voor de details mijn column in het meinummer van Pompshop.

    De veroordeling van 14 april jl. is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de Staat eraan moet voldoen, ondanks het daartegen aangetekende hoger beroep (dat nog niet inhoudelijk is behandeld). Maar hoewel er al tenminste 5 keer 30 dagen voorbij zijn, heeft de Staat nog niet inhoudelijk beslist over de aangevraagde aanvullende voorzieningen. De Horn is één van de 25 locaties die dit jaar worden geveild. De kans is groot dat er bij het Fastned laadstation aldaar iets zal gaan verrijzen, maar wanneer en wat precies is onduidelijk. Verder is er onduidelijk of de Staat na 1 januari 2024, wanneer de in de convenanten met de zittende vergunninghouders overeengekomen standstill-periode afloopt, nieuwe voorzieningen (tankstations en wegrestaurants) mogelijk zal maken langs de Nederlandse rijkswegen, en zo ja welke.

    Verschillende particuliere vergunninghouders (leden van de VPR) en de club van brandstofleveranciers VNPI hebben in het op 22 juli jl. behandelde kort geding bepleit dat de Staat (het Rijks Vastgoed Bedrijf, RVB) eerst op alle door hen gestelde vragen over de toekomst van de verzorgingsplaatsen een duidelijk antwoord moet geven, voordat er weer tankstationlocaties kunnen worden geveild.

    De Staat heeft zich uiteraard tegen het gevorderde verbod verweerd. De veilingen kunnen volgens het RVB gewoon doorgaan omdat in de biedboeken de objecten waarop kan worden geboden, duidelijk zijn beschreven. De vragen die de eisers stellen over de toekomst kunnen nu niet allemaal worden beantwoord. Uiteraard zijn er onzekerheden, maar die zijn voor alle deelnemers aan de veiling hetzelfde. Zij kunnen met die onzekerheden rekening houden, en hun biedingen daarop afstemmen. Aldus de Staat.

    Het valt op dat lang niet alle partijen in de branche de veiling willen tegenhouden. Niet voor iedereen is uitstel gunstig. Juist wanneer de ‘grote jongens’ voorzichtig zullen bieden, ontstaan er kansen voor nieuwe of kleinere partijen. En was 20 jaar geleden niet één van de doelstellingen van dit veilingsysteem om nieuwe partijen te laten toetreden en zo de concurrentie te bevorderen?

    Een argument van de eisers in het kort geding – die ‘hun’ vergunning kennelijk te gelde willen maken; zittende vergunninghouders hebben recht op de veilingopbrengst als een andere partij de veiling wint – is, dat de Staat de veilingopbrengst negatief beïnvloedt door onduidelijkheden te laten bestaan. Ik betwijfel of dat zo is. Juist de gevraagde duidelijkheid zou wel eens tot lagere veilingopbrengsten kunnen leiden.

    Nawoord

    Het kort geding is inmiddels door de Staat gewonnen; de uitspraak vindt u hier. De veiling gaat dus gewoon door a.s. woensdag 8 september.

    Deze column is geschreven voor Pompshop. Het onafhankelijke vakblad voor tankstations en carwash. Dirk van den Berg is ruim 15 jaar gespecialiseerd in tankstationszaken en gaat in Pompshop maandelijks in op een juridisch onderwerp. Vragen of opmerkingen? Neem hier contact op.

     

  • Track record Dirk adviseren tankstationondernemers veiling benzinewet

    Track record Dirk adviseren tankstationondernemers veiling benzinewet

    Adviseren van diverse tankstation ondernemers met betrekking tot de komende veiling op basis van de Benzinewet (Wet tot veiling van bepaalde verkooppunten van motorbrandstoffen).

  • Track record Dirk Benzinewet

    Track record Dirk Benzinewet

    Meerdere zaken met betrekking tot de Benzinewet (Wet tot veiling van bepaalde verkooppunten van motorbrandstoffen).

  • Dirk van den Berg in Pompshop: Een schoft met/zonder hoge hoed

    Dirk van den Berg in Pompshop: Een schoft met/zonder hoge hoed

    Ruim zes jaar geleden (Pompshop januari 2012) schreef ik een column met deze titel. Ik refereerde aan een prikkelende uitspraak van een prof in mijn eerste studiejaar: “De Staat is een schoft met een hoge hoed”. De overheid gedraagt zich deftig, maar doet de burger intussen ook onrecht aan.

    Die overheid was de gemeente Rotterdam. Het College van B&W had in 2005 besloten om alle tankstationlocaties op gehuurde gemeentegrond via een veiling aan de hoogste bieder uit te geven voor een periode van 15 jaar. Het systeem lijkt op dat van de rijkswegveilingen, met het belangrijke verschil dat de zittende rijkswegconcessiehouder de opbrengst van de eerste veiling krijgt als hij niet de winnaar is. Wint hij zelf, dan hoeft hij maar ten hoogste 30% van zijn bod te betalen. Bij de eerste veiling was de zittende concessiehouder dus altijd winnaar: óf van de locatie óf van de hoofdprijs.

    Rotterdam kent dat compensatiemechanisme niet. De overboden huurder staat met lege handen. Wél heeft de huidige staatssecretaris Harbers – toen raadslid in Rotterdam – kunnen bereiken dat het College de lokale ondernemers zou beschermen door hun locaties pas na 15 jaar te veilen. Deze veilingen gaan vanaf 2020 plaatsvinden.

    Voor de lokale ondernemers die onderhuurder waren heeft het College – ingevolge de motie Harbers – ook een compensatie ingebouwd. Het veilingbeleid bevat de regeling dat onderhuurders (exploitanten die het tankstation voor een oliemaatschappij exploiteren; de meeste huurders waren oliemaatschappijen) bij de eerste veiling mogen blijven zitten. De bieders op de veiling bieden dan – net als bij de rijkswegveilingen – op een verhuurd object.

    Direct na het bekend worden van deze regeling heb ik de gemeente laten weten dat zes van mijn cliënten van deze regeling gebruik wilden maken. Bij vier van hen antwoordde de gemeente dat de huurder van de betreffende locatie de onderhuurder nooit had aangemeld, zodat sprake was van illegale onderhuur. Het huurcontract bevatte immers een verbod tot onderhuur en zij kwamen daarom niet in aanmerking voor de regeling. De andere twee kwamen wel in aanmerking.

    Drie van deze vier exploitanten heeft met hun verhuurder (oliemaatschappij) een regeling getroffen. Voor één exploitant heb ik een procedure gevoerd om te bereiken dat hij – ondanks dat zijn verhuurder hem nooit had aangemeld – het Harbers-pakket zou krijgen. Dat lukte bij de rechtbank, via het vertrouwensbeginsel. De rechtbank woog zwaar mee dat de gemeente (de gemeentelijke belastingdienst en de dienst die de naleving van milieuregels handhaaft) al meer dan twintig jaar op de hoogte was van de aanwezigheid van deze ondernemer. Hij mocht er daarom op vertrouwen dat hij in aanmerking kwam voor de regeling, omdat de gemeente daaraan pas in tweede instantie had toegevoegd dat deze alleen gold voor onderhuurders voor wie uitdrukkelijk toestemming was gevraagd.

    De gemeente ging tegen deze uitspraak in hoger beroep. Zij hamerde er opnieuw op dat zij de regeling echt alleen toepaste in gevallen waarin uitdrukkelijk toestemming voor onderhuur was gevraagd en de gemeente ofwel had ingestemd ofwel nooit had geantwoord. Voor wie dat gold, wilde de gemeente niet zeggen. Het gerechtshof gaf de gemeente gelijk. De onderhuurder zal na de veiling het veld moeten ruimen.

    Ik zit nu met gemeente om de tafel over de invulling van de regeling voor de twee “erkende” onderhuurders. De gemeente bekent nu dat deze twee onderhuurders de enige twee “erkende” onderhuurders zijn. In beide gevallen is geen sprake van door de oliemaatschappij gevraagde toestemming, maar heeft de gemeente aan de huurders opgelegd dat zij aan deze exploitanten móesten onderverhuren. De gemeente loste daarmee op dat moment een probleem op. Gevallen waarin door de huurder toestemming voor onderhuur is gevraagd, blijken helemaal niet te bestaan.

    Ik moest zodoende weer denken aan de schoft en ik weet het nu zeker. Het is zonder hoge hoed.

    Deze column is geschreven voor Pompshop. Het onafhankelijke vakblad voor tankstations en carwash. Dirk van den Berg is ruim 15 jaar gespecialiseerd in tankstationszaken en gaat in Pompshop maandelijks in op een juridisch onderwerp. Vragen of opmerkingen? Neem hier contact op.

  • 5 Belangrijke wijzigingsvoorstellen voor een transparante executieveiling

    Als iemand zijn schulden niet meer kan betalen zal er een moment aanbreken dat schuldeisers zich willen verhalen op het onroerend goed van de schuldenaar. Daarvoor zal het onroerend goed geveild worden. De schuldenaren worden daarna uit de opbrengst voldaan. Voor particulieren zijn er meerdere drempels om mee te bieden op een veiling, zo vinden er bijvoorbeeld nauwelijks bezichtigingen plaats voor te veilen woningen. Ook hangt rondom de onroerend goed veilingen een sfeer van illegale prijsafspraken waarbij handelaren het aanbod ‘verdelen’. Dat is natuurlijk nadelig voor schuldeisers (die minder hebben om zich op te verhalen) en voor de schuldenaren (die groot belang hebben bij een zo hoog mogelijke opbrengst). Om de veilingen voor een breed publiek toegankelijk te maken is eind vorig jaar een wetsvoorstel ingediend.

    Voor een compleet overzicht van de wijzigingsvoorstellen vindt u hier de tekst. Hieronder vindt u vijf belangrijke wijzigingen:

    Aankondiging executieveiling
    1. De aankondiging van de executieveiling zal voortaan op een website worden gedaan (bijvoorbeeld: www.veilingnotaris.nl). Hiermee wordt de ‘ouderwetse’ bekendmaking via een advertentie in een regionaal dagblad en de ‘aanplakking’ van een pand vervangen.

    Via internet
    2. Voorgesteld wordt om de executoriale verkoop ook via het internet te laten plaatsvinden. Een executoriale verkoop zal ofwel in een veilingzaal, ofwel via internet dan wel tegelijkertijd in een veilingzaal en via internet kunnen plaatsvinden.

    Bezichtigingen
    3. De hypotheekgever (lees: de eigenaar) en/of eventuele huurders van te veilen woningen, worden verplicht mee te werken aan bezichtigingen.

    Huurbeding
    4. Als uitgangspunt zal gelden dat de hypotheekhouder (vaak: de bank) voorafgaand aan de veiling van een woning het huurbeding (dit is een verbod voor de hypotheekgever om zonder toestemming van de bank zijn woning te verhuren) zal moéten inroepen. Het gevolg daarvan is dat net als nu een huurovereenkomst die zonder toestemming van de bank is afgesloten wordt vernietigd.

    Verkorting ontruimingstermijn
    5. Als een beroep op een huurbeding tot ontruiming moet leiden, dan zal de rechter de ontruimingstermijn vaststellen op ten hoogste drie maanden (in plaats van de nu nog geldende termijn van ten hoogste één jaar).

    In februari 2013 heeft bespreking van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer plaatsgevonden. Of het wetsvoorstel wordt aangenomen, en in welke vorm moet worden afgewacht. Wordt vervolgd.

    Voor vragen over dit blog kunt u contact opnemen met de sectie Vastgoed.

    Auteur is Dick de Gelder