Tag: Wetsvoorstel doorstroming huurmarkt 2015

  • Wetsvoorstel Doorstroming Huurmarkt 2015: Bescherming van de huurder

    Wetsvoorstel Doorstroming Huurmarkt 2015: Bescherming van de huurder

    In mijn vorige blog gaf ik aan dat het wetsvoorstel Doorstroming Huurmarkt 2015 voor met name verhuurders van woonruimte voordelen met zich meebrengt. Het kabinet heeft de belangen van de huurder echter niet uit het oog verloren.

    Huurder kan tussentijds opzeggen

    In het wetsvoorstel Doorstroming Huurmarkt is opgenomen dat een tijdelijk huurcontract door de huurder tussentijds kan worden opgezegd. De opzegging dient te geschieden tegen een voor betaling van de huurprijs overeengekomen dag. Hierbij dient de huurder de gebruikelijke opzegtermijn in acht te nemen. Als de huurprijs maandelijks wordt voldaan bedraagt deze opzeggingstermijn één maand. De verhuurder kan een tijdelijk huurcontract niet tussentijds opzeggen. De gedachte achter deze bepaling is maximale flexibiliteit voor de huurder die gemakkelijk een andere woonruimte moet kunnen huren.

    Toetsing aanvangshuurprijs

    Op dit moment kan een huurder de huurcommissie de redelijkheid van de aanvangshuurprijs laten toetsen. De huurder heeft hiervoor tot 6 maanden na het ingaan van het huurcontract de tijd. Acht de huurcommissie de prijs niet redelijk, dan wordt deze vastgesteld op een lager bedrag. Deze vaststelling heeft terugwerkende kracht. Dit betekent dat de huurder het teveel betaalde vanaf de ingangsdatum van het huurcontract bij de verhuurder kan terugvorderen. Hierin brengt het wetsvoorstel geen verandering.

    Ten aanzien van tijdelijke huurcontracten is in het wetsvoorstel opgenomen dat een huurder tot 6 maanden na afloop van het tijdelijke huurcontract de aanvangshuurprijs kan laten toetsen. Een huurder met een tijdelijk huurcontract zou er anders van kunnen afzien de aanvangshuurprijs te laten toetsen uit angst voor represailles. Te weten het niet verlengen van het tijdelijke huurcontract door de verhuurder. De wetgever heeft door het verlengen van de termijn willen voorkomen dat de verhuurder de huurder afstraft. Deze langere termijn brengt voor de verhuurder financiële risico’s met zich mee. Zoals eerder genoemd heeft een uitspraak van de huurcommissie terugwerkende kracht. Bepaalt de huurcommissie dat een huurder vanaf de aanvang van het huurcontract teveel heeft betaald, dan kan de huurder over de gehele huurperiode van maximaal 2 jaar het teveel betaalde terugvorderen.

    Huurprijs

    De verhuurder kan dit systeem niet omzeilen door na afloop van een tijdelijk huurcontract met dezelfde huurder een nieuw tijdelijk huurcontract voor dezelfde woonruimte te sluiten. Ditmaal tegen een hogere huurprijs. Dat huurcontract wordt gezien als een verlenging voor onbepaalde tijd van het huurcontract dat partijen als eerste hebben gesloten. De verhuurder kan de huurder op deze manier dus niet te slim af zijn.

    Conclusie

    Het wetsvoorstel Doorstroming Huurmarkt brengt niet alleen voordelen voor verhuurders met zich mee, maar probeert tegelijk ook huurders meer vrijheid en tegelijkertijd bescherming te bieden. Het kabinet is voornemens deze veranderingen al op 1 juli van 2016 in te laten gaan. Het is goed om op deze wijzigingen bedacht te zijn bij het aangaan van toekomstige huurovereenkomsten na deze datum. Als u vragen heeft, neemt u dan gerust contact op met FORT.

  • Wetsvoorstel doorstroming huurmarkt 2015

    Tijdelijke huurcontracten ook écht tijdelijk

    In de praktijk is het voor een verhuurder van woonruimte ontzettend lastig om een huurcontract te beëindigen. Het huurcontract moet worden opgezegd en bij de opzegging moet de verhuurder een reden voor de opzegging vermelden. Er kunnen alleen redenen worden aangedragen die in de wet worden genoemd. Stemt de huurder niet in met de opzegging, dan is het aan de rechter om te bepalen of het huurcontract al dan niet eindigt. Het Wetsvoorstel doorstroming huurmarkt 2015 brengt hierin verandering.

    Wetsvoorstel doorstroming huurmarkt 2015

    Het wetsvoorstel biedt huurder en verhuurder de mogelijkheid om een tijdelijk huurcontract te sluiten dat na afloop van de afgesproken huurperiode automatisch eindigt. Er hoeft niet meer te worden opgezegd en de verhuurder heeft dus geen opzeggingsgrond nodig. Dit heeft tot gevolg dat een tijdelijk huurcontract ook écht een tijdelijk huurcontract wordt.

    Voor zelfstandige woonruimte, denk aan huizen en appartementen, bepaalt het wetsvoorstel dat eenmalig een tijdelijk huurcontract van maximaal twee jaar mag worden gesloten. Voor onzelfstandige woonruimte, waaronder kamers, mag eenmalig een tijdelijke huurperiode van maximaal vijf jaar worden afgesproken. Als de verhuurder wil dat het huurcontract eindigt na afloop van de afgesproken bepaalde tijd, dan moet hij de huurder daarover wel vóór afloop van die bepaalde tijd informeren. Deze kennisgeving moet niet eerder dan drie maanden en niet later dan één maand voor het eindigen van het huurcontract aan de huurder worden toegezonden. Gebeurt dit niet dan ontstaat een huurcontract voor onbepaalde tijd en geniet de huurder alsnog volledige huurbescherming.

    Het blijft dus zo dat een tijdelijk huurcontract maar eenmalig mag worden gesloten. Ieder contract dat daarop volgt is automatisch een contract voor onbepaalde tijd. Dit is ook zo wanneer door partijen iets anders wordt afgesproken. Het is dus niet mogelijk om twee opeenvolgende huurcontracten voor bepaalde tijd van één jaar te sluiten. De contracten samen duren weliswaar maximaal twee jaar, maar het tweede huurcontract geldt dan toch automatisch voor onbepaalde tijd.

    Doel van het wetsvoorstel

    Het kabinet wil met het wetsvoorstel de flexibiliteit op de huurmarkt bevorderen. Dit moet zorgen voor een betere doorstroming op de huurwoningmarkt. Het wetsvoorstel brengt vooral voor verhuurders grote voordelen met zich mee. De verwachting is dat verhuurders het tijdelijke huurcontract vooral zullen aanwenden als een proefperiode voor de huurder. Vooral op locaties waar schaarste heerst op de markt voor huurwoningen, zullen overwegend verhuurders de voorwaarden van het huurcontract kunnen bepalen.

    Conclusie

    Afhankelijk van de goedkeuring door de Eerste Kamer, streeft het kabinet ernaar de wetswijziging al in juli 2016 door te voeren. Voor huurcontracten die vóór deze datum zijn gesloten, blijft de huidige wetgeving gelden. Voor zowel huurder als verhuurder is het van belang om op de hoogte te zijn van de wijzigingen die dit wetsvoorstel met zich meebrengt en de gevolgen die dit heeft voor toekomstige huurcontracten. Voor verhuurders die de voordelen van deze nieuwe wettelijke regeling willen benutten, is het van belang om daar bij het sluiten van toekomstige huurcontracten rekening mee te houden. FORT adviseert u hier graag over en kan voor u een huurcontract op maat maken.

    U kunt daarvoor contact opnemen met de sectie Vastgoed & Overheid. Dat kan ook indien u meer informatie wilt over dit onderwerp.