Tag: omzetbelasting

  • Fiscale tips: (2) fiscale eenheid omzetbelasting en faillissement

    Als uw onderneming financieel, organisatorisch en economisch verweven is met een of meer andere ondernemingen, dan kunt u een fiscale eenheid voor omzetbelasting (BTW) vormen. Belangrijke voordelen zijn dat onderling geen BTW hoeft worden gerekend zodat de BTW niet op de liquiditeit drukt en dat kan worden volstaan met één OB-aangifte namens de hele fiscale eenheid.

    Maar wat gebeurt er als één van de ondernemingen uit de fiscale eenheid in een faillissement terechtkomt? In dat geval wordt de fiscale eenheid ten aanzien van die failliet automatisch verbroken. U hoeft hiervoor niets te doen. Voor zover er meer ondernemingen verbonden waren in de fiscale eenheid, blijft de fiscale eenheid gewoon bestaan voor de niet-failliete ondernemingen.

    Voor schulden die zijn ontstaan tijdens de looptijd van de fiscale eenheid, is de fiscale eenheid aansprakelijk. Dat geldt ook voor naheffingsaanslagen en boetes die worden opgelegd na het verbreken van de fiscale eenheid, maar die zien op de periode van daarvoor.

    Omdat de fiscale eenheid zelf geen vermogen heeft, komt dit er praktisch op neer dat alle ondernemingen die onderdeel uitmaakten van de fiscale eenheid hoofdelijk verbonden zijn. De Belastingdienst mag dan zelf kiezen bij wie zij de fiscale schuld invordert. Dat kan ertoe leiden dat een onderneming wordt aangesproken voor schulden die feitelijk zijn veroorzaakt door de failliete onderneming. Als de niet-failliete onderneming de schuld voldoet, heeft zij een regresvordering op de failliet. Die vordering heeft hetzelfde voorrecht (preferentie) als de vordering van de Belastingdienst had, maar kan alleen geldend worden gemaakt door indiening in het faillissement.

    Na het verbreken van de fiscale eenheid is elke onderneming weer zelf aansprakelijk voor zijn BTW. Als de fiscale eenheid uit meer dan twee ondernemingen bestond, blijft die voortduren voor de ondernemingen die niet failliet zijn gegaan. Voor de schulden van deze ondernemingen is dan gewoon nog de fiscale eenheid aansprakelijk.

    Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met Duco van Dongen. Duco van Dongen werkt sinds mei 2014 als advocaat bij FORT binnen de sectie Faillissementsrecht.

     

  • Fiscale tips: (1) BTW terugvragen

    Fiscale tips: (1) BTW terugvragen

    Als u goederen of diensten levert, dan bent u in principe verplicht de koopprijs met BTW te verhogen. Andersom brengen uw leveranciers u BTW in rekening. De BTW die aan u wordt betaald door uw afnemers, moet u afdragen aan de Belastingdienst. De BTW die u aan uw leveranciers betaalt, mag u terugvragen. Meestal verrekent u de af te dragen en terug te vragen BTW en rekent u met de fiscus af over het saldo.

    Maar wat gebeurt er als uw crediteur uw factuur niet betaalt, terwijl u de BTW al wel heeft afgedragen?

    In dat geval kunt u de BTW terugvragen aan de Belastingdienst. Dit kunt u op zijn vroegst doen zodra duidelijk is dat uw crediteur niet zal betalen en uiterlijk wanneer u in rechte geen betaling meer kan vorderen. Omdat dit laatste moment moeilijk is te bepalen, is het handig om zo spoedig mogelijk de BTW terug te vragen.

    Indien uw crediteur failliet is verklaard, is meestal vrijwel direct duidelijk dat u niet betaald zult worden. De kans op een uitkering uit een faillissement is namelijk helaas vaak bijna nihil. Dit betekent dat u meteen de BTW kunt terugvragen over de facturen die onbetaald zijn gelaten en die u indient in het faillissement. Het terugvragen kunt u doen via uw BTW-aangifte. Het bericht van de curator waarin hij de indiening van uw vordering bevestigt, is voldoende bewijs van het feit dat uw crediteur u niet zal betalen. U hoeft niet een speciale mededeling te hebben dat niets zal worden uitgekeerd.

    En mocht u op enig moment toch een (gedeeltelijke) betaling krijgen uit het faillissement, dan kunt u eenvoudigweg opnieuw de BTW aangeven en afdragen. Zo hoeft u in elk geval niet de BTW zelf te dragen indien uw crediteur failleert.