Tag: kantonrechtersformule

  • Kantonrechtersformule en pensioengerechtigde leeftijd

    Bij de ontbinding van een arbeidsovereenkomst van een werknemer die bijna zijn pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, is aanbeveling 3.5 van de Kantonrechtersaanbevelingen van belang.

    Die aanbeveling bepaalt namelijk dat de ontbindingsvergoeding van die werknemer in beginsel niet hoger is dan het inkomen dat hij bij het voortduren van de arbeidsovereenkomst tot zijn pensioendatum zouden hebben genoten.

    De gedachte daarachter is dat de werknemer door zijn ontslag financieel niet in een betere positie dient te komen dan indien zijn dienstverband niet zou zijn geëindigd.

    Pensioendatum

    Bij de pensioendatum gaat het om de ‘redelijkerwijs te verwachten pensioneringsdatum’.

    Een werknemer is vrij zijn pensioendatum op een datum vóór of na zijn AOW-gerechtigde leeftijd te bepalen. De pensioendatum dient door de kantonrechter wel aannemelijk te worden geacht, waarbij hetgeen binnen de branche of binnen een bedrijf gebruikelijk is, een rol kan spelen.

    Een werknemer die bijvoorbeeld stelt dat hij pas op zijn tachtigste met pensioen wilde gaan, zal dat dus wel aannemelijk moeten maken.

    Inkomstenderving

    Over het algemeen wordt door kantonrechters een door de werknemer te ontvangen WW-uitkering in mindering gebracht op de inkomstenderving.

    Of en op welke wijze rekening moet worden gehouden met een eventueel  verlies aan pensioenopbouw bestaat geen eenduidigheid. Onlangs oordeelde de kantonrechter te Noord-Holland dat de door de werkgever betaalde bijdrage aan de pensioenopbouw van de werknemer tot aan het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd diende te worden ‘meegewogen’ bij het bepalen van de inkomstenderving. Hij oordeelde expliciet dat het feit dat deze bijdrage niet meeweegt bij de bepaling van de B-factor van de kantonrechtersformule (zie daarvoor  mijn eerdere blog) daar niet aan afdoet.

    Voor alle duidelijkheid: ook als de inkomstenderving op basis van aanbeveling 3.5 is vastgesteld, kunnen bijzondere omstandigheden (zoals de verwijtbaarheid en de financiële situatie van de werkgever) maken dat de kantonrechter de ontbindingsvergoeding naar boven of beneden bijstelt.

    Judith Markus

  • Kantonrechtersformule: de berekening

    Wanneer de kantonrechter een arbeidsovereenkomst ontbindt, kent hij veelal een vergoeding toe aan een werknemer. De hoogte van die vergoeding wordt doorgaans vastgesteld aan de hand van de ‘kantonrechtersformule’. De formule is als volgt:

    A (aantal gewogen dienstjaren) x B (beloning) x C (correctiefactor)

    A-factor

    Voor de berekening van het aantal gewogen dienstjaren wordt de diensttijd berekend aan de hand van de dienstjaren en de leeftijd bij aanvang en beëindiging van het dienstverband.

    Daarbij geldt de volgende staffel:

    • de dienstjaren tot 35 jaar tellen voor 0,5;
    • de dienstjaren tussen 35 en 45 tellen voor 1;
    • de dienstjaren tussen 45 en 55 tellen voor 1,5;
    • de dienstjaren vanaf 55 jaar tellen voor 2.

    B-factor

    Bij de berekening van de beloning wordt uitgegaan van het bruto maandsalaris vermeerderd met vaste en overeengekomen looncomponenten, zoals vakantietoeslag, een vaste dertiende maand, een structurele overwerkvergoeding en een vaste ploegentoeslag.

    C-factor

    De beoordeling door de kantonrechter van de omstandigheden van het geval komt tot uitdrukking in de correctiefactor.

    Indien de reden voor de ontbinding geheel in de risicosfeer van de werkgever ligt en verwijtbaarheid niet aan de orde is, is de correctiefactor gelijk aan 1 (één).

    Uitwerking in de praktijk

    Het bovenstaande geeft de kantonrechtersformule in een notendop weer.

    In de praktijk is vaak discussie over de concrete uitwerking daarvan. Bijvoorbeeld de vraag of een looncomponent wel of geen structureel karakter heeft, en of sprake is van verwijtbaar handelen waardoor de C-factor naar boven of beneden bijgesteld dient te worden. Kortom, discussiepunten die van doorslaggevend belang zijn voor de uiteindelijke hoogte van de vergoeding. Daar zal in de komende blogs nog aandacht aan worden besteed.

    In de volgende blog zullen we eerst toelichten wat de gevolgen zijn voor de hoogte van de vergoeding indien een werknemer bijna zijn pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.

    Judith Markus