Tag: Hoge Raad

  • Sanctie bij weigering passende arbeid te verrichten

    De werkgever is verplicht een zieke werknemer zoveel mogelijk aan te sporen re-integratieverplichtingen na te komen. Indien die weigert passende arbeid te verrichten, doet de werkgever er verstandig aan de doorbetaling van het loon te staken. Laat de werkgever na gebruik te maken van die wettelijke sanctiemogelijkheid, dan kan die later zelfs worden geconfronteerd met een loonsanctie van het UWV.

    Loon geheel of gedeeltelijk staken?

    Uit de wet wordt niet duidelijk of de werkgever de betaling van het loon geheel of slechts gedeeltelijk mag staken indien een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer weigert passende arbeid te verrichten.

    De werkgever zal doorgaans de betaling van het gehele loon willen staken, dan is de sanctie het meest effectief. De werknemer stelt zich in zo’n situatie meestal op het standpunt dat de werkgever in ieder geval over het deel van de werktijd waarvoor hij nog arbeidsongeschikt is gewoon het salaris uit moet betalen. Gedurende die tijd kan hij immers niet re-integreren door passende arbeid te verrichten en kan hem dus ook niet verweten worden dat niet te doen.

    Werkgevers vragen ons regelmatig hoe te handelen in dergelijke situaties.

    Eindelijk duidelijkheid

    Omdat (ook) rechters van mening verschilden over de uitleg van de wet, kon tot voor kort eigenlijk niemand een eenduidig antwoord geven op die vraag, hetgeen in de praktijk leidde tot rechtsonzekerheid.

    Om aan die onzekerheid  een einde te maken, heeft de rechtbank Midden-Nederland de kwestie (middels een prejudiciële vraag) voorgelegd aan de Hoge Raad. En die heeft inmiddels zijn oordeel gevormd.

    Met een verwijzing naar relevante passages in de parlementaire geschiedenis, overweegt de Hoge Raad in zijn uitspraak van 6 juni 2014  dat de wetgever weinig twijfel laat bestaan over zijn bedoeling, namelijk dat een weigering van de werknemer passende arbeid te verrichten kan worden gesanctioneerd met een algeheel verval van de loondoorbetalingsplicht, dus ook voor het deel van de werktijd waarvoor de werknemer nog arbeidsongeschikt is (en niet kán re-integreren).

    De Hoge Raad overweegt nog dat denkbaar is dat een beroep op het algeheel verval van de loondoorbetalingsplicht onder bepaalde omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Maar het enkele feit dat sprake is van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid maakt niet dat sprake is van die omstandigheden, aldus de Hoge Raad.

    De conclusie is dus dat de werkgever de betaling van het loon van de gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer volledig mag staken indien die weigert passende arbeid te verrichten. Daarmee zal de werkgever in veel gevallen een effectieve sanctie in handen hebben!

  • Optreden als gevolmachtigde

    Treedt u weleens als gevolmachtigde op? Dan wil ik u graag wijzen op het volgende.

    Aan het optreden als gevolmachtigde zijn namelijk een aantal risico’s verbonden. Zo moet u nagaan of de (rechts)persoon namens wie u optreedt daadwerkelijk bestaat en controleren of de volmacht die u hebt voldoende toereikend is om de rechtshandelingen namens uw volmachtgever te verrichten.

    Indien u als gevolmachtigde niet kunt instaan voor de volmacht loopt u het risico om aansprakelijk te worden gesteld. Hieruit vloeit voort dat u als gevolmachtigde een schadevergoeding moet betalen. U moet de wederpartij dan in de toestand brengen die er zou zijn als de overeenkomst wel bevoegd was gesloten (artikel 3:70 BW).

    Bewijs

    Aanleiding van deze blog is het arrest van de Hoge Raad van 22 november 2013, NJ 2014/114. De Hoge Raad heeft daarbij voor het eerst uitdrukkelijk bepaald dat het aan de gevolmachtigde is om te bewijzen dat de (rechts)persoon namens wie hij handelt en de volmacht daadwerkelijk bestaan.

    kunt u uiteraard contact met ons opnemen.

    Neem voor meer informatie over het optreden namens een volmachtgever en aansprakelijkheid contact op met Duco van Dongen. Duco van Dongen werkt sinds mei 2014 als advocaat bij Fort Advocaten binnen de sectie Faillissementsrecht.