Categorie: Arbeidsrecht

  • Wetsvoorstel tot limitering van de ontslagvergoeding ingetrokken

    Wetsvoorstel tot limitering van de ontslagvergoeding ingetrokken

    De media besteedden in 2009 heel veel aandacht aan het wetsvoorstel tot limitering van de ontslagvergoeding. Bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst van werknemers met een jaarsalaris van € 75.000 bruto of meer zou de door de kantonrechter toe te kennen vergoeding bij wet worden gemaximeerd tot één jaarsalaris. Zo’n politiek correct onderwerp doet het op vele voorpagina’s goed. Daarbij krijgt de ‘gemiddelde lezer’ al snel de indruk dat inmiddels sprake is van actuele wetgeving, terwijl dergelijke plannen van de regering in het algemeen nog niet eens in een wetsvoorstel zijn vastgelegd en dus nog een (langdurig) wetgevingsproces moet volgen.

    De regering meende dat met het wetsvoorstel zou worden voorkomen dat de kosten van ontslag onnodig worden opgedreven door hoge vergoedingen voor werknemers met een hoog jaarsalaris. De huidige vergoeding (berekend volgens de kantonrechtersformule) zou in die gevallen ook niet in verhouding staan tot de nadelen die dergelijke werknemers (van wie de arbeidsmarktpositie in de regel toch al goed is) ondervinden als gevolg van hun ontslag.

    De reuring bij de introductie van het wetsvoorstel staat in schril contrast tot de stilte in de media nu  minister Asscher het wetsvoorstel op 15 februari 2013 introk. Durven de betrokken partijen geen aandacht te geven aan het intrekken van een plan dat door vele stemmers zal worden gedragen?

    Maximering nog niet van de baan

    Met het huidige regeerakkoord is een limitering van de ontslagvergoeding overigens nog niet helemaal van de baan. Onderdeel daarvan is immers dat indien de rechter een ontslag onterecht vindt of in hoofdzaak aan de werkgever te wijten, hij slechts een ontslagvergoeding kan toekennen van maximaal een half maandsalaris per dienstjaar, met een bovengrens van € 75.000 bruto. Die grens zou voor iedere werknemer gelden, dus niet alleen voor diegenen met een jaarinkomen van meer dan € 75.000 bruto. Maar ook voor dit onderdeel van het regeerakkoord is momenteel nog niet eens een wetsvoorstel aanhangig. Zal dat het staatsblad ooit halen, is dus de grote vraag. Wij denken in deze vorm in ieder geval niet.

  • Tips voor werknemers (2) ontslag tijdens faillissement

    Hebt u een ontslagbrief van de curator ontvangen? Wat kunt u of moet u doen?

    Ontslag tijdens faillissement

    Indien de curator moet constateren dat er niet genoeg geld is om alle lopende verplichtingen van de werknemers te voldoen, is de curator genoodzaakt om de werknemers te ontslaan. Voor de opzegging van een arbeidsovereenkomst door de curator moet een machtiging van de rechter-commissaris zijn verkregen. Een werknemer heeft de mogelijkheid om in beroep tegen de machtiging van de rechter-commissaris te gaan bij de rechtbank. De termijn waarbinnen dit beroep moet zijn ingediend, beloopt vijf dagen vanaf de dag dat de werknemer kennis heeft kunnen nemen van de machtiging. Dit is meestal het moment waarop de werknemer de ontslagbrief van de curator ontvangt. Voor het in behandeling nemen van een eventueel beroep zal bij de werknemer griffierecht in rekening worden gebracht. Hier dient een werknemer wel rekening mee te houden. Het bedrag voor het griffiegeld bedraagt per 1 januari 2013 EUR 274,- (de hoogte van het griffiegeld wijzigt).

    In de praktijk wordt niet vaak gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen de machtiging. Eén van de belangrijkste redenen hiervoor is dat men gedurende het beroep geen uitkering van het UWV krijgt (zie blog 1 over de uitkering van het UWV). Ook neemt de curator een weloverwogen besluit om tot ontslag over te gaan. Een werknemer moet dus goed kunnen onderbouwen waarom de machtiging zou kunnen worden aangevochten. Een dergelijk beroep kan mogelijk in het geval er evident sprake is van een misbruiksituatie. Het faillissement is dan bijvoorbeeld door de werkgever aangevraagd om van de werknemers af te komen. Op dat moment kan het voor werknemers lonen om een beroep in te stellen tegen de machtiging van de rechter-commissaris. Zie meer over het mogelijk misbruik maken van de faillissementsaanvraag onze volgende blog: Hebt u het idee dat uw werkgever enkel het faillissement heeft aangevraagd om van het personeel af te komen? Wat zijn uw mogelijkheden?

    Leest u ook onze andere blogs met tips:
    Blog 1. Tips voor werknemers 1: is uw werkgever failliet verklaard en hebt u nog loon tegoed mogelijk kunt u een-beroep doen op de loongarantieregeling van het uwv.
    Blog 3. Tips voor werknemers : misbruik faillissementsaanvraag

  • Doorwerken na de AOW-leeftijd

    Doorwerken na de AOW-leeftijd

    Het komt steeds vaker voor dat werknemers na hun AOW-leeftijd willen blijven doorwerken. Werkgevers kunnen er belang bij hebben die werknemers te behouden. Bijvoorbeeld in branches met een tekort aan vakbekwaam personeel.

    Werkgever: voorkom dat langdurig moet worden doorbetaald tijdens ziekte

    Bij een werknemer die na zijn AOW-leeftijd doorwerkt, wordt de arbeidsovereenkomst veelal (stilzwijgend) verlengd. Nadeel daarvan is dat de werknemer doorgaans voor onbepaalde tijd in dienst blijft en dat bij uitval wegens ziekte gedurende twee jaar het loon moet worden doorbetaald.

    Wij krijgen regelmatig de vraag van werkgevers of na het bereiken van de AOW-leeftijd een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan worden aangegaan. Het idee daarachter is dat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd de zekerheid biedt dat en wanneer die arbeidsovereenkomst van rechtswege afloopt, ook indien de werknemer op dat moment ziek is.

    Ragetlie-regel

    Een werkgever dient zich te realiseren dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die volgt op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in beginsel niet van rechtswege eindigt. Dat volgt uit de wet (de zogenaamde Ragetlie-regel). Voor de werknemer die de AOW-leeftijd bereikt kan dat worden opgelost doordat werkgever en werknemer ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd een zogenaamde pro forma ontbindingsprocedure voeren. Dat is een korte procedure waarbij partijen in beginsel niet voor de kantonrechter hoeven te verschijnen.

    Daarna kunnen werkgever en werknemer met een gerust hart een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangaan die van rechtswege eindigt, ongeacht of de werknemer op dat moment ziek is.

  • Cursus voor Wetwinkel Amsterdam

    Cursus voor Wetwinkel Amsterdam

    Op vrijdag 8 februari 2013 hebben Eva de Lint en Judith Markus van de Sectie Arbeidsrecht cursus gegeven aan medewerkers van de Stichting Wetwinkel Amsterdam. De wetwinkel verleent gratis juridisch advies op diverse rechtsgebieden aan rechtszoekenden. 

    Tijdens de presentatie lag de focus op de basisprincipes van het arbeidsrecht. Onderwerpen die aan de orde kwamen zijn o.a. de proeftijd, wijzigen van arbeidsvoorwaarden, ontslag en de opzegverboden.

    Klik op de link  presentatie voor de sheets.

     

  • Mijn werknemer wil een AOW-gat voorkomen. Wat te doen?

    Mijn werknemer wil een AOW-gat voorkomen. Wat te doen?

    Met ingang van 1 januari 2013 wordt de AOW-leeftijd stapsgewijs verhoogd. In 2013 geldt dat het recht op een AOW-uitkering ontstaat bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar plus 1 maand. Die leeftijd zal de komende jaren verder oplopen. Over 10 jaar zal een AOW-leeftijd gelden van 67 jaar, en als het aan het kabinet Rutte/Samsom ligt zelfs al eerder.

    In de praktijk staat in veel arbeidsovereenkomsten (en CAO’s) opgenomen dat de arbeidsovereenkomst automatisch (zonder opzegging of een andere beëindigingshandeling) eindigt op het moment dat de werknemer de leeftijd 65 jaar bereikt. Dat sloot tot 1 januari 2013 naadloos aan op de leeftijd waarop het recht op een AOW-uitkering ontstond.

    Werknemers die in 2013 65 jaar worden – en waarvan de arbeidsovereenkomst bepaalt dat die van rechtswege eindigt op 65-jarige leeftijd – worden dus geconfronteerd met een AOW-gat van één maand. Hoe daar mee om te gaan?

    Pas het pensioenontslagbeding aan!
    Een bepaling in de arbeidsovereenkomst (of CAO) waarin staat dat de arbeidsovereenkomst ten einde komt op de leeftijd van 65 jaar is vanaf 1 januari 2013 in strijd met de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid.

    Indien de werkgever een beroep doet op een dergelijke bepaling – die dus in strijd is met de wet – kan de werknemer zich beroepen op de vernietigbaarheid van het ontslag (en loopt de arbeidsovereenkomst gewoon door). De werkgever doet er dus goed aan dergelijke bepalingen – in overleg met de werknemer – aan te passen, ook voor werknemers die nog ruim voor hun pensioen zitten. Zo’n beëindigingsbepaling kan bijvoorbeeld als volgt worden geformuleerd:

    “De arbeidsovereenkomst eindigt in ieder geval, zonder dat daartoe opzegging of een andere beëindigingshandeling is vereist, op de dag waarop werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.”

    Daarmee is ook het AOW-gat gedicht.

    Doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd
    Wat nu indien een werknemer graag na zijn AOW-gerechtigde leeftijd wil doorwerken? Daarover in de volgende blog meer.