Auteur: act legal

  • Hypotheekakte is uitgewerkt na verkoop OG

    Hypotheekakte is uitgewerkt na verkoop onroerend goed

    Hypotheken worden vastgelegd in notariële akten. Vaak staat in de akte dat de hypotheek wordt verleend voor alles wat de klant nu en in de toekomst aan de bank verschuldigd is of zal worden. Als de bank het verhypothekeerde onroerend goed verkoopt, krijgt de bank de opbrengst. In de huidige tijd is daarmee echter helaas vaak nog niet de hele schuld voldaan. De bank wil dan graag de hypotheekakte gebruiken als executoriale titel. Dat kan, stellen banken, omdat notariële akten een executoriale titel zijn. De bank hoeft dus niet eerst naar de rechter, maar kan gewoon de hypotheekakte gebruiken.

    Gelukkig voor de klanten van de bank, is de Hoge Raad het niet helemaal eens met de bank.

    De Hoge Raad heeft in 1992 al aangegeven welke eisen gelden voordat een notariële akte als executoriale titel kan worden gebruikt. In augustus 2012 heeft de rechtbank Utrecht de Hoge Raad gevraagd nog een keertje hierover te oordelen. Dat heeft de Hoge Raad op 8 februari 2013 gedaan. In vier woorden: er is niets veranderd.

    De Hoge Raad herhaalt zijn eerdere eisen. Ten eerste moeten de vorderingen, die de bank wil innen, bestaan op het moment dat de notaris de akte maakt en in de akte worden genoemd. Een andere optie is dat de vorderingen nog niet bestaan, maar wel direct volgen uit een bestaande rechtsverhouding. Die rechtsverhouding moet dan wel worden genoemd in de akte. De tweede eis is dat de omvang van de vordering die de bank wil innen, moet worden genoemd in de akte of dat in de akte staat hoe de omvang van de vordering moet worden vastgesteld. Een hypotheekakte waarin staat dat de hypotheek strekt voor alles wat de bank te vorderen heeft of ooit te vorderen zal hebben, voldoet niet aan de eerste eis want er wordt geen concrete vordering genoemd.

    Kortom, de bank heeft pech en moet naar de rechter als hij zijn vordering, die overblijft na verkoop van het onroerend goed, wil innen.

  • Doorwerken na de AOW-leeftijd

    Doorwerken na de AOW-leeftijd

    Het komt steeds vaker voor dat werknemers na hun AOW-leeftijd willen blijven doorwerken. Werkgevers kunnen er belang bij hebben die werknemers te behouden. Bijvoorbeeld in branches met een tekort aan vakbekwaam personeel.

    Werkgever: voorkom dat langdurig moet worden doorbetaald tijdens ziekte

    Bij een werknemer die na zijn AOW-leeftijd doorwerkt, wordt de arbeidsovereenkomst veelal (stilzwijgend) verlengd. Nadeel daarvan is dat de werknemer doorgaans voor onbepaalde tijd in dienst blijft en dat bij uitval wegens ziekte gedurende twee jaar het loon moet worden doorbetaald.

    Wij krijgen regelmatig de vraag van werkgevers of na het bereiken van de AOW-leeftijd een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan worden aangegaan. Het idee daarachter is dat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd de zekerheid biedt dat en wanneer die arbeidsovereenkomst van rechtswege afloopt, ook indien de werknemer op dat moment ziek is.

    Ragetlie-regel

    Een werkgever dient zich te realiseren dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die volgt op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in beginsel niet van rechtswege eindigt. Dat volgt uit de wet (de zogenaamde Ragetlie-regel). Voor de werknemer die de AOW-leeftijd bereikt kan dat worden opgelost doordat werkgever en werknemer ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd een zogenaamde pro forma ontbindingsprocedure voeren. Dat is een korte procedure waarbij partijen in beginsel niet voor de kantonrechter hoeven te verschijnen.

    Daarna kunnen werkgever en werknemer met een gerust hart een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangaan die van rechtswege eindigt, ongeacht of de werknemer op dat moment ziek is.

  • Tips voor werknemers: (1) Is uw werkgever failliet verklaard en hebt u nog loon tegoed?

    Tips voor werknemers: (1) Is uw werkgever failliet verklaard en hebt u nog loon tegoed?

    Werkgever failliet en nu? Als een werkgever failliet gaat heeft dit vaak grote gevolgen voor de werknemers. Ze zijn meestal in één klap hun baan kwijt en vaak is het loon door de werkgever al een tijdje niet voldaan. De werknemer kan hierdoor in betalingsproblemen raken, omdat bijvoorbeeld de huur/hypotheek en andere maandelijkse lasten niet meer kunnen worden betaald.

    De wetgever heeft voor werknemers waarvan hun werkgever failliet is de loongarantieregeling in het leven geroepen. Een werknemer kan op grond van deze regeling recht op uitkering van zijn loon hebben in het geval dat zijn werkgever failliet is. Bij faillissement gaat dan het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) tot uitkering over (indien aan de toepasselijke voorschriften is voldaan), ongeacht de omvang van de faillissementsboedel.

    Globaal weergegeven hebben werknemers op grond van deze regeling onder meer aanspraak jegens het UWV op volledige doorbetaling van het salaris gedurende de opzegtermijn (tenzij de werknemer reeds elders in dienst is getreden), uitbetaling van achterstallig salaris tot maximaal dertien weken terug vanaf de ontslagaanzegging, vakantiegeld en niet opgenomen vakantiedagen tot twaalf maanden terug.

    Mocht een werknemer na de uitkering van het UWV nog meer te vorderen hebben van de voormalige werkgever, dan kan de werknemer deze vordering in het faillissement bij de curator indienen. De kans dat de werknemer deze vordering voldaan krijgt hangt onder meer af van de omvang van de faillissementsboedel. Een werknemer heeft in beginsel een preferente vordering. Dit betekent dat een werknemer boven gewone schuldeisers recht heeft op een uitkering uit de faillissementsboedel.

    Om de uitkeringsrechten veilig te stellen, adviseren wij werknemers om zich zo spoedig mogelijk als werkzoekende in te schrijven bij het UWV Werkbedrijf. Bij ontslag wegens faillissement behoeft overigens geen bezwaar te worden gemaakt tegen het ontslag om mogelijke WW-rechten veilig te stellen.
    Bent u werknemer en heeft u een loonvordering, dan kunt u op de website het UWV terecht voor meer informatie.

    Leest u ook onze andere blogs met tips:
    Blog 2. Tips voor werknemers 1: is uw werkgever failliet verklaard en hebt u nog loon tegoed mogelijk kunt u een-beroep doen op de loongarantieregeling van het uwv.
    Blog 3. Tips voor werknemers, misbruik faillissementsaanvraag

    Auteurs: Dagmar Meijers- Ploegmakers en Wies Janssen-van Kesteren

    Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met Bob Heijne. Bob Heijne is sinds 2013 werkzaam bij FORT als advocaat bij de sectie Faillissementsrecht.

     

  • Cursus voor Wetwinkel Amsterdam

    Cursus voor Wetwinkel Amsterdam

    Op vrijdag 8 februari 2013 hebben Eva de Lint en Judith Markus van de Sectie Arbeidsrecht cursus gegeven aan medewerkers van de Stichting Wetwinkel Amsterdam. De wetwinkel verleent gratis juridisch advies op diverse rechtsgebieden aan rechtszoekenden. 

    Tijdens de presentatie lag de focus op de basisprincipes van het arbeidsrecht. Onderwerpen die aan de orde kwamen zijn o.a. de proeftijd, wijzigen van arbeidsvoorwaarden, ontslag en de opzegverboden.

    Klik op de link  presentatie voor de sheets.

     

  • Mijn werknemer wil een AOW-gat voorkomen. Wat te doen?

    Mijn werknemer wil een AOW-gat voorkomen. Wat te doen?

    Met ingang van 1 januari 2013 wordt de AOW-leeftijd stapsgewijs verhoogd. In 2013 geldt dat het recht op een AOW-uitkering ontstaat bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar plus 1 maand. Die leeftijd zal de komende jaren verder oplopen. Over 10 jaar zal een AOW-leeftijd gelden van 67 jaar, en als het aan het kabinet Rutte/Samsom ligt zelfs al eerder.

    In de praktijk staat in veel arbeidsovereenkomsten (en CAO’s) opgenomen dat de arbeidsovereenkomst automatisch (zonder opzegging of een andere beëindigingshandeling) eindigt op het moment dat de werknemer de leeftijd 65 jaar bereikt. Dat sloot tot 1 januari 2013 naadloos aan op de leeftijd waarop het recht op een AOW-uitkering ontstond.

    Werknemers die in 2013 65 jaar worden – en waarvan de arbeidsovereenkomst bepaalt dat die van rechtswege eindigt op 65-jarige leeftijd – worden dus geconfronteerd met een AOW-gat van één maand. Hoe daar mee om te gaan?

    Pas het pensioenontslagbeding aan!
    Een bepaling in de arbeidsovereenkomst (of CAO) waarin staat dat de arbeidsovereenkomst ten einde komt op de leeftijd van 65 jaar is vanaf 1 januari 2013 in strijd met de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid.

    Indien de werkgever een beroep doet op een dergelijke bepaling – die dus in strijd is met de wet – kan de werknemer zich beroepen op de vernietigbaarheid van het ontslag (en loopt de arbeidsovereenkomst gewoon door). De werkgever doet er dus goed aan dergelijke bepalingen – in overleg met de werknemer – aan te passen, ook voor werknemers die nog ruim voor hun pensioen zitten. Zo’n beëindigingsbepaling kan bijvoorbeeld als volgt worden geformuleerd:

    “De arbeidsovereenkomst eindigt in ieder geval, zonder dat daartoe opzegging of een andere beëindigingshandeling is vereist, op de dag waarop werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.”

    Daarmee is ook het AOW-gat gedicht.

    Doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd
    Wat nu indien een werknemer graag na zijn AOW-gerechtigde leeftijd wil doorwerken? Daarover in de volgende blog meer.